COM4 CompactLine-units
Storing
(G) Geen verbinding tot de
display.
(H) Koeling functioneert niet
hoewel er een koelbehoefte
is.
(I) Uitgang regelaar voor ver-
warming niet actief.
(J) Uitgangen blijven continu
geactiveerd, resp. gedesac-
tiveerd.
(K) 0-10 V DC Uitgang aan
de regelaar werkt niet op de
correcte manier (KW koeling
/LDHW verwarming /Thy-
ristorverwarming /externe
bevochtiger)
(L) Aan/uit servomotor koe-
ling werkt niet correct.
(M) Aan/uit servomotor ver-
warming werkt niet correct.
FläktGroup DC-2016-0104-NL 2018-09/R4 • Onder voorbehoud van wijzigingen
Mogelijke storingsoorzaak
1. Verkeerd adres.
2 Displaykabel niet aangesloten.
1. Pulsietemperatuurvergrendeling is
geactiveerd. Wanneer de pulsietempe-
ratuur geactiveerd is, dan is de koeling
geblokkeerd, resp. verlaagd wanneer
de pulsietemperatuur onder een inge-
stelde waarde zakt.
2. Inverteralarm.
3. HD-schakelaar is geactiveerd.
1. Oververhittingsbeveiliging geacti-
veerd.
2. Alarm ventilatorstoring.
In de software staat de functie „hand-
matig/uit" niet op AUTO.
1. 24 V AC stroomtoevoer tot het ventiel
onderbroken.
2. Onjuiste instelling van de uitgangen
voor koelen / verwarmen / bevochtigen
in het gebruikersniveau 'geavanceerd'.
1. Verkeerde configuratie van de koe-
ling in gebruikersniveau 'geavanceerd'.
2. 24 V AC stroomtoevoer tot het ventiel
onderbroken.
3. Verkeerde ventiellooptijd.
1. Verkeerde configuratie van de ver-
warming in het gebruikersniveau 'ge-
avanceerd'.
2. 24 V AC stroomtoevoer tot het ventiel
onderbroken.
3. Verkeerde ventiellooptijd.
Verhelpen van storingen
Maatregel
Configureer het adres voor de gewenste toepassing.
Sluit de kabel opnieuw aan.
Controleer voor de desactivering van de pulsietempera-
tuurvergrendeling dat dit geen ontwerpfunctie is (gebrui-
kersniveau 'geavanceerd').
Controleren of alarmpagina en resetfunctie beschikbaar
zijn.
Stel manueel de mechanische HD-schakelaar (rode
toets) en het alarm op de display weer in.
Oorzaak controleren voor de werking van de thermostaat.
Via display resetten. De thermostaat is een unit met auto-
matische resetfunctie.
Zoek de oorzaak voor de ventilatorstoring. Via display re-
setten.
Stel vast waarom de uitgang op HANDMATIG, resp. UIT
staat, vooraleer u de regeling op AUTO instelt.
Bekabeling tot het ventiel controleren, resp. vervangen.
Uitgang correct instellen.
Op aan/uit werking servomotor koelen instellen.
Bekabeling tot het ventiel controleren, resp. vervangen.
Stel in het gebruikersniveau 'geavanceerd' de passende
ventiellooptijd in.
Op aan/uit werking servomotor verwarmen instellen.
Bekabeling tot het ventiel controleren, resp. vervangen.
Stel in het gebruikersniveau 'geavanceerd' de passende
ventiellooptijd in.
91