Installatie
Afb. 6-4
Afb. 6-5:
Sifon: overdruk op het apparaat
Afb. 6-6:
Sifon: onderdruk op het apparaat
Afb. 6-7:
Bij elke condensafvoer of overloopstuk moet een sifon worden aangesloten. Meerdere afvoerleidingen mogen niet ge-
zamenlijk op één sifon worden aangesloten (* afvoer verstopt).
56
Condensafvoer bij COM4mini
Opgelet!
Rechtstreekse aansluiting op de riolering is niet toegestaan!
Voorafgaand aan inbedrijfstelling en na langdurige stilstand de sifon met water
vullen.
De waterkolom H in de sifon moet groter zijn dan de maximale
over- resp. onderdruk (mm WK) in het apparaat (1 mm WK = 10
Pa).
De berekening geschiedt met behulp van de vergelijking:
Het hoogteverschil tussen waterafvoer en waterkolom moet
eveneens overeenstemmen met de afstand H (mm WK)
•
Opgelet!
•
De onderdruk- en overdruk-sifon moeten elk op een eigen verzamelleiding
worden aangesloten (zie afb. 6-7).
(
)
K
H mmW
=
Sluit de sifon zoals hiernaast afgebeeld aan op de riolering.
Belangrijk bij vorstgevaar!
Bij kans op vorst moet de afvoerbuis geïsoleerd
en warm gehouden worden, bijv. met behulp
van een verwarmingskabel.
FläktGroup DC-2016-0104-NL 2018-09/R4 • Onder voorbehoud van wijzigingen
COM4 CompactLine-units
(
Unitover-/onderdruk Pa
-----------------------------------------------------------------
10
)