COM4 CompactLine-units
5.6.2 Condensafvoer van de unit
AL
(1) Afvoer aan de voorzijde
Afb. 5-19: Zuigzijdige kogelsifon
(1) 70 mm waterreservoir door het weglaten van een leiding, tot max. 600 Pa onderdruk geselecteerd.
(2) Kunststof slang, binnendiameter 19 mm, S= 4mm (bouwzijdig)
5.6.3 Luchtzijdige kanaalaansluiting op de unit
D
D
Afb. 5-20
D
D
Afb. 5-21
FläktGroup DC-2016-0104-NL 2018-09/R4 • Onder voorbehoud van wijzigingen
Opgelet!
•
Sifon vullen voor de inbedrijfstelling!
•
Het is niet toegelaten, 2 of meer afvoeren aan één sifon aan te sluiten.
•
De sifon mag niet rechtstreeks op een afvalwaterleiding aangesloten worden,
maar moet vrij kunnen afvoeren.
•
Gescheiden sifons wegens een mogelijke geuroverdracht niet samen
aansluiten
•
Bij omgevingstemperaturen onder 0°C is eventueel een bijkomende
verwarming of een verwarmde sifon noodzakelijk.
•
•
onderdruk !
COM4mini CC20
Unitaansluiting op de hoeken
Via de 4-gaten tekening op de unit kunnen hoekige
componenten zoals kleppen, flexibele kanaalaansluitin-
gen, verwarmers en ook kanalen rechtstreeks op de
unitbehuizing aangesloten worden.
Adapteraansluiting hoekig – rond
Het overgangsstuk hoekig-rond kan zowel rechtstreeks
op de unit als ook op de hoekige componenten aange-
sloten worden.
Installatie m.b.v. metrische schroeven
COM4mini CC40 / CC60
Adapteraansluiting hoekig – rond
Het overgangsstuk hoekig-rond kan zowel rechtstreeks
op de unit als ook op de hoekige componenten aange-
sloten worden.
Installatie m.b.v. metrische schroeven
Luchtzijdige kanaalaansluitingen
– Bij geplooide componenten met D= 450mm dient de uitstekende vouw ev. omge-
plooid te worden
– Bij componenten boven D= 450mm is een bocht van 45° noodzakelijk
Vanaf de condensbak een afvoerslang 3/4" met een inwen-
dige diameter van 19mm (2, bouwzijdig) tot aan de voorzijde
van de unit leiden en met de sifon (3, bouwzijdig) luchtdicht
verbinden.
Men dient te controleren of de niet noodzakelijke afvoer
waterdicht afgesloten is!
Montage
41