COM4 CompactLine-units
Voorwaarden
Eerst moet u enkele ingangsgege-
vens / meetwaarden vaststellen.
1. stap
Bepaal de gemiddelde spanning U
2. stap
Stel de maximale
Δ
spanningsafwijking
Umax vast.
7.2
Aansluitingen
FläktGroup DC-2016-0104-NL 2018-09/R4 • Onder voorbehoud van wijzigingen
– De voedingsspanning moet overeenstemmen met een nominale waarde van ±
10 % met een fase-onderscheid van maximaal 3 %. Stel de motoren niet in bedrijf
wanneer het spanningsonderscheid tussen de fasen meer dan 3 % bedraagt - dit
leidt tot een verlies van garantie-aanspraken. Gebruik de volgende formules ter
controle (zie ook voorbeeld):
Spanningsafwijking Δ
VOORBEELD
Invoerdata
Nominale spanning
Spanning tussen de fa-
sen
Gemiddelde spanning
m
Spanningsafwijking
Δ
U
in %?
max
Umax = 409 V
U
= 401 V
m
COM4 CompactLine-units met regeling worden met een touch-display aan de bedie-
ningszijde of een waterdichte USB-poort in plaats van display geleverd.
De poort dient als toegang tot de regelaar via een laptop of een aparte display.
•
Voer de spanningsvoorziening bij COM4plus en COM4mini langs achteren tot de
schakelkastingang.
•
Voer de spanningsvoorziening bij de COM4top langs voren door het basisframe.
De details voor het gebruik kunt u terugvinden in de handleiding van de regeling.
max. spanningsafwijking van de gemiddelde waarde
=
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- -
U
max
gemiddelde waarde U
400 V/50 Hz/3 fasen
L1/L2 = 409 V; L2/L3 = 398 V; L1/L3 = 396 V
Σ
U
=
------ -
U m
3
(
)
409
+
398
+
396
=
401 V
-----------------------------------------------
3
max.spanningsafwijking
Δ
=
------------------------------------------------------- -
U
max
U
m
(
)V
–
409 401
×
---------------------------------- -
100
=
2 %
401 V
Elektrische aansluiting
×
100
m
Uitvoerdata
U
= 401 V
m
×
100
Δ
✓
U
= 2 %
max
59