COM4 CompactLine-units
8.10.1 Inbedrijfstelling direct aangedreven ventilatoreenheid
GEVAAR!
8.10.2 Onderhoud direct aangedreven ventilatoreenheid
GEVAAR!
8.11 Filtereenheden
8.11.1 Inbedrijfstelling filtereenheid
GEVAAR!
FläktGroup DC-2016-0104-NL 2018-09/R4 • Onder voorbehoud van wijzigingen
Schade aan het apparaat!
Ventilator niet bij gesloten kleppen laten draaien.
•
Lees bij alle hier beschreven werkzaamheden zeker de
veiligheidsrichtlijnen op Pagina 6 en Pagina 66!
Voor inbedrijfstelling moeten de volgende stappen uitgevoerd worden:
•
De complete omkasting en alle delen op beschadigingen en correcte aanbrenging
controleren.
•
Transportbeveiligingen verwijderen.
•
De draairichting van de ventilator in alle toerentalstanden controleren.
•
Stroomopname van de motor meten. Daarbij mag de op het typeplaatje aangegeven
nominale stroom van de motor in geen van de bedrijfsstanden overschreden
worden.
•
Motorbeveiligingsinrichting op goede werking controleren.
•
Alle aanwezige functionele systeemcomponenten (luchtregel- en afsluitkleppen,
brandkleppen, volumeregelaars) op bedrijfsgereedheid controleren en openen.
•
Lees bij alle hier beschreven werkzaamheden zeker de
veiligheidsrichtlijnen op Pagina 6 en Pagina 66!
Voor onderhoud moeten de volgende stappen uitgevoerd worden:
•
Elektromotoren op vervuiling, beschadiging, corrosie en correcte bevestiging
inspecteren.
•
Elektromotoren op loopgeluiden controleren, zo nodig lagers door technisch
personeel laten vervangen.
•
Rotor, in het bijzonder de lasnaden, op eventuele scheurtjesvorming inspecteren, zo
nodig lagers door technisch personeel laten vervangen.
Gevaar voor elektrische spanning, gevaar door draaiende delen!
•
Persoonlijke beschermmaatregelen nemen!
•
Lees bij alle hier beschreven werkzaamheden zeker de
veiligheidsrichtlijnen op Pagina 6 en Pagina 66!
•
Lees bij alle hier beschreven werkzaamheden zeker de
veiligheidsrichtlijnen op Pagina 6 en Pagina 66!
Inbedrijfstelling en onderhoud
OPGELET
77