Elektrische aansluiting
7
Elektrische aansluiting
7.1
Voorwaarden
58
Opgelet!
De elektrische aansluiting mag uitsluitend door gekwalificeerd technisch perso-
neel geschieden. Dit moet op grond van de genoten vaktechnische opleiding en
ervaring over voldoende kennis van de relevante ongevallenpreventievoorschrif-
ten en de overige algemeen erkende veiligheidstechnische en arbeidsmedische
regelgeving beschikken.
Beveiligingsmaatregelen nemen!
Bij montage en aansluiting van de unit moeten tevens alle veiligheidsmaatregelen
voor het installeren van laagspanningsinstallaties conform de daarvoor geldende
EU-richtlijn en de voorschriften van het plaatselijke elektriciteitsbedrijf worden
genomen.
Zorg voor de aarding en equipotentiaal van de unit en alle aangesloten compo-
nenten en leveringseenheden!
Alle geleverde componenten moeten aantoonbaar elektrisch aangesloten worden
(spanningscompensatie in de regel via verbindingsschroeven)
De complete unit/installatie moet op dezelfde spanning aangesloten worden.
Passieve schakelcontacten bij explosieveilige toestellen mogen uitsluitend op
intrinsiek veilige stroomcircuits worden aangesloten.
Bliksembeveiliging!
Vooral bij units voor dakopstelling moet een adequate bliksembeveiliging geïn-
stalleerd worden.
Elektrische schok door gevaarlijke spanningen met ernstig letsel of de dood
tot gevolg!
•
Alle toevoerleidingen spanningvrij schakelen en beveiligen tegen opnieuw
inschakelen.
•
Apparaat op spanningsvrijheid controleren, aarden en kortsluiten en
naastgelegen delen die onder spanning staan afdekken of afschermen.
OPGELET!
•
U moet de bekabeling volgens de bijgevoegde unitspecifieke aansluitschema's
en conform de geldende nationale normen en richtlijnen uitvoeren.
•
Er mag uitsluitend een aparte netleiding gebruikt worden.
•
Sluit in geen geval andere units of apparaten op deze netleiding aan.
•
Controleer alle elektrische aansluitingen aan de hand van de onderhavige
aansluitschema's en controleer, of de schroeven van de klemmenstroken goed
vast zitten.
Controleer alvorens met de elektrische aansluiting van de unit te beginnen, zeker of
aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
– De eigenschappen van het voedingsnet moeten voldoen aan de voorschriften con-
form EN 60204-1 en de vermogensbehoefte van de unit.
FläktGroup DC-2016-0104-NL 2018-09/R4 • Onder voorbehoud van wijzigingen
COM4 CompactLine-units