Inbedrijfstelling en onderhoud
8.7
Kanaalbatterij WW
8.7.1 Inbedrijfstelling kanaalbatterij warm water WW
GEVAAR!
Voorwaarde:
Inbedrijfstelling:
8.7.2 Onderhoud kanaalbatterij warm water WW
GEVAAR!
74
Gevaar door elektrische spanning, door draaiende delen en scherpe randen!
•
Persoonlijke beschermmaatregelen nemen!
•
Lees bij alle hier beschreven werkzaamheden zeker de
veiligheidsrichtlijnen op Pagina 6 en Pagina 66!
CC20
Afb. 8-1
•
Lees bij alle hier beschreven werkzaamheden zeker de
veiligheidsrichtlijnen op Pagina 6 en Pagina 66!
Voor inbedrijfstelling moeten de volgende stappen uitgevoerd worden:
•
Afsluiters en overige armaturen op correcte inbouw controleren.
•
Vorstbeveiligingsthermostaat op correcte montage en bekabeling controleren.
•
Benodigde ontluchtingsinrichtingen openen, voor zover geen automatische
ontluchters zijn ingebouwd.
•
Systeem vanuit het laagste punt langzaam vullen, om de vorming van luchtkussens
en waterslag te vermijden.
•
Ontluchters een beetje openen en wachten tot de batterij met water gevuld is.
•
Ontluchters volledig openen
•
Ontluchtingsventiel sluiten; wanneer een niveauverschil bereikt is:
Ontluchtingsventielen stapsgewijs sluiten, tot het water zonder lucht uitstroomt.
•
Nacontrole door nogmaals openen van de ontluchtingsventielen.
•
Dichtheid controleren.
•
Vorstbeveiligingsschakelaar met vorstbeveiligingsthermostaat controleren
(bekabeling, werking).
•
Lees bij alle hier beschreven werkzaamheden zeker de
veiligheidsrichtlijnen op Pagina 6 en Pagina 66!
Voor onderhoud moeten de volgende stappen uitgevoerd worden:
•
Inspectie op dichtheid en evt. vervuiling aan de luchtzijde.
•
Bij vorstgevaar tevens de veiligheidsinrichtingen periodiek inspecteren resp.
maatregelen nemen, bijv. aftappen of antivriesmiddel toevoegen.
•
Pijpverbindingen en bevestigingen op stevig vastzitten controleren.
•
Indien nodig luchtzijdig reinigen (zie hiervoor ook "Basisreiniging en -onderhoud"
op pagina 67).
•
Ontluchten.
CC40 / CC60
FläktGroup DC-2016-0104-NL 2018-09/R4 • Onder voorbehoud van wijzigingen
COM4 CompactLine-units