Gasaansluiting
Alleen een erkend installateur mag
het apparaat aansluiten op gas. De
installateur is ervoor verantwoorde-
lijk dat het apparaat op de plaats
van opstelling goed functioneert. Al-
leen Miele mag het apparaat aan-
passen aan een andere gassoort.
De gasaansluiting moet zo zijn ge-
plaatst dat men het apparaat binnen
of buiten het keukenmeubel kan
aansluiten. De gaskraan moet zicht-
baar en toegankelijk zijn, eventueel
na het openen van de deur van het
keukenmeubel.
Vraag aan het plaatselijke gasbedrijf
welke gassoort u heeft. Vergelijk dit
met de gegevens op het typeplaatje.
Het apparaat moet volgens alle gel-
dende voorschriften en richtlijnen
worden aangesloten. Hierbij dient
ook rekening te worden gehouden
met voldoende ventilatie.
42
De gasaansluiting moet zodanig zijn
aangebracht dat deze niet wordt be-
schadigd door de hitte die het appa-
raat afgeeft als het aan staat. Met
name gasleidingen en de gaskraan
mogen niet in aanraking komen met
hete verbrandingsgassen.
De gasslang en het aansluitsnoer
mogen niet in aanraking komen met
onderdelen van het apparaat die bij
gebruik heet worden, omdat ze door
die hitte beschadigd kunnen raken.
Een flexibele aansluiting moet zoda-
nig worden geplaatst dat deze niet
in aanraking kan komen met bewe-
gende keukenelementen (zoals een
lade).
Na inbouw van het apparaat moet
het apparaat (zo nodig) op de
gassituatie ter plaatse worden inge-
steld.
Controleer ten slotte de gasaanslui-
ting op dichtheid.