4 Plaatsing van het toestel
>
Plaats het toestel op een stevige, veilige en horizontale ondergrond. Zorg voor voldoende ventilatie.
Let op!:
>
Plaats het toestel niet op zachte oppervlakken, zoals tapijt, dekens of in de buurt van gordijnen of
wandbekleding. Hierdoor kunnen de ventilatieopeningen worden afgedekt. De noodzakelijke
luchtcirculatie kan daardoor worden onderbroken. Dit kan mogelijk brand in het apparaat veroorzaken.
>
Plaats het toestel niet in de buurt van warmtebronnen, zoals verwarmingselementen. Voorkom direct
zonlicht en plaatsen met extreem veel stof.
>
Het toestel mag niet worden opgesteld in een ruimte met een hoge luchtvochtigheid, zoals een keuken
of sauna, omdat het apparaat door condens beschadigd kan worden. Het apparaat is ontwikkeld voor
gebruik in droge omgevingen en een gematigd klimaat en mag niet worden blootgesteld aan drup- of
spatwater.
>
Let erop dat de voetjes van het toestel mogelijk op bepaalde meubeloppervlakken gekleurde vlekken
kunnen veroorzaken. Breng een bescherming aan tussen uw meubels en het toestel.
>
Niet buitenshuis gebruiken!
>
Plaats geen zware voorwerpen op het toestel.
>
Als u het toestel van een koude naar een warme omgeving overbrengt, kan er aan de binnenkant
condensatie ontstaan. Wacht in dat geval ongeveer een uur voordat u het toestel in gebruik neemt.
17