Als u een nieuwe instelling wilt opgeven, drukt u op de functietoets Nieuw om het bewerkingsscherm in
Afbeelding 51 te openen.
Afbeelding 51 Het bewerkingsscherm voor regionale gebieden
1. Gebruik de scrollknop om naar het veld te gaan dat u wilt bewerken.
2. Druk op de scrollknop of op de functietoets Bew. om het veld te selecteren
3. Voer een waarde in of gebruik de scrollknop om een van de waarden in de lijst te selecteren.
4. Druk op de functietoets OK of Annul. om de invoer te bevestigen of te annuleren.
5. Herhaal stap 1 - 4 voor elk veld dat u wilt bewerken.
6. Druk op functietoets Terug/Opsl als u de regionale instelling wilt opslaan en naar de lijst met
gebiedsinstellingen wilt terugkeren.
7. U wordt gevraagd de opslag van de regionale instelling te bevestigen via het scherm in Afbeelding 52.
8. Nadat u de regionale instellingen hebt bevestigd, worden ze opgeslagen en gaan ze onmiddellijk van
kracht, afhankelijk van de locatie van het schip.
Afbeelding 52 Bevestigingsscherm voor regionale instellingen
4.8.2
Een bestaande regionale instelling bewerken
Als u een bestaande regionale instelling wilt bewerken, drukt u op de toets Menu en kiest u Installatie en het
submenu Reg. gebieden. In het scherm wordt een lijst met de huidige regionale instellingen weergegeven (zie
Afbeelding 50). Gebruik de scrollknop om de regionale instelling te selecteren die u wilt bewerken. Volg daarna
de instructies voor het maken van een nieuwe regionale instelling in paragraaf 4.8.1.
Installatie
Pagina 55