Installatie
4.3.2
Stap 2 - De aansluitkast installeren
De AIS-transponder ontvangt gegevens van de sensoren van het schip via de 50-wegs gegevenskabel die op
de achterkant van de transponder is aangesloten. Het andere uiteinde van deze kabel is aangesloten op de
aansluitkast, die een handig schroefaansluitingssysteem heeft om de gegevenskabels van de scheepssensor
aan te sluiten.
Om te voldoen aan de IMO-vereisten, moet de AIS-transponder minimaal Speed over Ground
(SOG), Course over Ground (COG) en Rate of Turn (ROT) informatie kunnen verzenden. Deze
gegevens worden verkregen door gegevensuitgangen van het DGPS van het schip, van
Gyrocompass en andere sensoren via de aansluitkast op de transponder aan te sluiten.
Hanteer de volgende richtlijnen bij het selecteren van een locatie voor de AIS-aansluitkast:
● Er moet voldoende ruimte rond de aansluitkast zijn om de kabels om te leiden. Zie Afbeelding 37 voor
meer informatie over de afmetingen van de aansluitkast.
● De omgevingstemperatuur rond de aansluitkast moet liggen tussen -15°C en +55° (5°F tot 131°F).
● De aansluitkast mag zich niet bevinden in een ontvlambare of gevaarlijke omgeving, zoals in een
machinekamer of in de buurt van brandstoftanks.
● De aansluitkast moet worden geïnstalleerd in een 'onderdekse' omgeving, beschermd tegen
weersinvloeden.
● De transponder wordt geleverd met vier zelftappende schroeven waarmee de aansluitkast op een
geschikt oppervlak kan worden bevestigd. Zie Afbeelding 38 voor richtlijnen.
● De aansluitkast moet zich binnen 1 meter (3,2 ft) van de AIS-transponder bevinden, anders is de
meegeleverde gegevensinterfacekabel te kort.
Afbeelding 37 Afmetingen van aansluitkast
Pagina 40
165 mm
178 mm
76 mm