4.5 De AIS950 Transponder configureren
Wanneer alle verbindingen zijn uitgevoerd, kan de transponder worden aangezet en voor gebruik worden
geconfigureerd. Tijdens de configuratie wordt informatie over het schip waarop de transponder is geïnstalleerd
in de transponder ingevoerd. Het is belangrijk dat deze informatie nauwkeurig wordt ingevoerd aangezien deze
wordt uitgezonden naar andere AIS-schepen en kuststations
Wanneer de configuratie is voltooid, moet het installatieformulier, achter in deze handleiding, worden ingevuld
en aan boord van het schip worden bewaard.
4.5.1
Pre-configuratiecontroles
Voordat u verdergaat met de configuratie moeten de volgende stappen reeds zijn uitgevoerd:
● De transponder is op het schip gemonteerd.
● VHF- en GPS-antennes zijn geïnstalleerd en op de transponder aangesloten.
● De gegevenskabel tussen de transponder en aansluitkast is aangesloten.
● De scheepssensoren en voor AIS ingeschakelde weergaveapparaten zijn op de aansluitkast
aangesloten.
● De stroom is op de transponder aangesloten en de transponder staat aan (het scherm staat aan).
Bij de volgende configuratie-instructies wordt ervan uitgegaan dat de installateur vertrouwd is met de AIS950
gebruikersinterface. Informatie hierover is te vinden in het bedieningsgedeelte van deze handleiding.
4.5.2
De identificatiegegevens van het schip configureren
Voordat de transponder in gebruik genomen wordt, moet deze moet worden geconfigureerd met informatie
over het schip waarop de transponder is geïnstalleerd. De volgende informatie is vereist:
● MMSI - MMSI-nummer van schip (Maritime Mobile Service Identity) - gewoonlijk staat dit op de
VHF-radiolicentie van het schip; deze zelfde MMSI wordt ook gebruikt voor de VHF/DSC-radio.
● Naam - Naam van schip (beperkt tot 20 tekens)
● Roepnaam - Radioroepnaam van schip (maximaal 7 tekens)
● IMO-nr. - IMO-identificatienummer van schip (indien van toepassing)
● Afmetingen die de locatie aangeven van de GNSS-antenne die is aangesloten op de AIS-transponder
(interne GPS)
● Afmetingen die de locatie aangeven van de GNSS-antenne die is aangesloten op een bron op
externe positie die is aangesloten op de AIS-transponder
Als u de identificatiegegevens van het schip wilt invoeren, drukt u op de toets Menu en selecteert u de optie
Installatie en ID instellen. U wordt in dit stadium gevraagd een wachtwoord in te voeren. Het
standaardwachtwoord is '00000000' (acht nullen). Zie paragraaf 3.15 voor meer informatie over wachtwoorden
en beveiliging. Wanneer het wachtwoord is geaccepteerd, kunt u in het volgende scherm de MMSI, de naam,
de roepnaam en het IMO-nummer van het schip invoeren.
Installatie
Pagina 51