6.8 Justeren
Omdat de waarde van de valversnelling niet op elke plek op aarde gelijk is, dient elke
display met een aangesloten weegschaalplateau aangepast te worden - conform de
weegregel voortvloeiende uit regels van natuurkunde - aan de valversnelling op de
plaats van installatie van de weegschaal (enkel indien het weegsysteem niet eerder
in fabriek is gejusteerd op de plaats van installatie). Een dergelijk justeerproces dient
men uit te voeren bij eerste ingebruikname, na elke wijziging van locatie als ook bij
temperatuurschommelingen van de omgeving. Om nauwkeurige meetwaarden te
bereiken is het aanbevolen om aanvullend cyclisch de weegschaal te justeren ook in
de weegmodus.
• Voor stabiele omgevingsomstandigheden zorgen. Vereiste opwarmingstijd
verzekeren voor stabilisatie van de weegschaal.
• Geen voorwerpen mogen zich op het weegschaalplateau bevinden.
• Wanneer de toetsPRINT tijdens het justeerproces wordt gedrukt, wordt de
aanduiding [STOP] afgelezen en het justeren gestopt. De weegschaal
wordt terug naar de weegmodus gezet.
• Bij modellen met intern justeergewicht wordt het niet aanbevolen het
justeren met behulp van extern gewicht uit te voeren.
• Tijdens het justeren kunnen volgende foutmeldingen verschijnen:
1-Err Onjuist justeergewicht (< 50% Max)
2-Err Afwijking tegenover het laatste externe justeren
3-Err Weegschaalplateau belast
4-Err Afwijking tegenover het laatste interne justeren
A-Err Beschadigde mechanisme van het automatische interne justeren
Err 710 Onstabiele omgevingsomstandigheden
PNJ_PNS-BA-nl-1612
> 1%
> 1%
25