nl
13.5.2
Installatie
68
LET OP
Demontage en montage van de elektronicamodule moeten
plaatsvinden volgens de voorschriften die bij het reserveonder-
deel zijn gevoegd!
VOORZICHTIG
Gevaar voor materiële schade door gebrekkige ventilatie van de
elektronicamodule!
Bij een motorvermogen ≥ 11 kW wordt de elektronicamodule gekoeld door
een ingebouwde toerengeregelde ventilator. De ventilator wordt automa-
tisch ingeschakeld zodra het koellichaam 60 °C bereikt.
De ventilator zuigt buitenlucht aan die over het buitenvlak van het koelli-
chaam wordt geleid. Die draait alleen als de elektronicamodule onder last
werkt. Afhankelijk van de heersende omgevingsomstandigheden wordt
stof via de ventilator aangezogen dat zich in het koellichaam kan verza-
melen.
• Elektronicamodules ≥ 11 kW regelmatig controleren op verontreiniging.
• Ventilator en koellichaam zo nodig reinigen.
De montage moet aan de hand van de detailtekeningen in het hoofdstuk "Demontage" en
de overzichtstekeningen in het hoofdstuk "Reserveonderdelen" plaatsvinden.
•
Reinig de afzonderlijke delen vóór de montage en controleer op slijtage. Vervang be-
schadigde of versleten onderdelen door originele reserveonderdelen.
•
Smeer opvulplekken vóór de montage met grafiet of soortgelijke middelen in.
•
Controleer O-ringen op beschadiging en vervang ze indien nodig.
•
Vervang vlakke afdichtingen altijd.
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische stroom!
Onjuist handelen bij werkzaamheden aan elektrische installaties kan
overlijden door een elektrische schok tot gevolg hebben!
• Laat werkzaamheden aan elektrische apparaten altijd door een elek-
tromonteur uitvoeren.
• Maak het aggregaat voor alle werkzaamheden spanningsvrij en bevei-
lig het tegen opnieuw inschakelen.
• Laat beschadigingen aan de aansluitkabel van de pomp altijd door een
elektromonteur verhelpen.
• Neem de inbouw- en bedieningsvoorschriften van pomp, motor en
ander toebehoren in acht.
• Nooit in de openingen van de elektronicamodule of de motor peute-
ren of er iets insteken.
• Gebruik de pomp nooit zonder gemonteerde elektronicamodule.
• Monteer na afsluiting van de werkzaamheden gedemonteerde bevei-
ligingsinrichtingen, bijvoorbeeld moduledeksel of koppelingsafdek-
kingen weer terug.
LET OP
Let op de tekeningen in het hoofdstuk "Reserveonderdelen".
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-CronoLine-IL-E, Wilo-CronoBloc-BL-E • Ed.01/2023-04