Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bedrijfssituaties; Gedrag In Dubbelpompbedrijf - Wilo CronoLine-IL-E Series Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

Fig. 9: Voorbeeld: aansluiting verschildruk-
sensor in Y-buisinstallatie
Fig. 10: IF-module aanbrengen
6.4.1

Bedrijfssituaties

6.4.2

Gedrag in dubbelpompbedrijf

Δp
Pomp 1
Pomp 2
Fig. 11: Pompwisseling, schematisch
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-CronoLine-IL-E, Wilo-CronoBloc-BL-E • Ed.01/2023-04
Beide pompen worden door de hoofdpomp geregeld.
In geval van een storing in de ene pomp draait de andere pomp volgens de door de hoofd-
pomp voorgeschreven regeling. Indien de hoofdpomp totaal uitvalt, draait de partnerpomp
met noodtoerental. Het noodtoerental is in het menu <5.6.2.0> instelbaar (zie hoofdstuk
"Bedrijf bij onderbreking van de communicatie").
Het display van de hoofdpomp geeft de status van de dubbelpomp weer. Bij de partnerpomp
geeft het display 'SL' aan.
In het voorbeeld is de hoofdpomp, gezien in de stroomrichting, de linkerpomp. Op deze
pomp moet de verschildruksensor worden aangesloten!
De meetpunten van de verschildruksensor moeten in de gezamenlijke verzamelbuis op de
zuig- en perszijde van de dubbelpompinstallatie worden geplaatst.
Interface-module (IF-module)
Voor de communicatie tussen de pompen en het gebouwbeheersysteem is een IF-module
(toebehoren) vereist die in de klemmenkast wordt aangesloten.
De communicatie tussen hoofdpomp en partnerpomp vindt plaats via een interne interface
(klem: MP).
Bij pompen met gebruik van een Y-leiding, waarbij de elektronicamodules met elkaar zijn
verbonden via de interne interface, hebben alleen de hoofdpompen een IF-module nodig.
Communicatie
PLR / interfaceconverter
LONWORKS-netwerk
BACnet
Modbus
CAN-bus
Tab. 3: IF-modules
LET OP
De procedure en een nadere toelichting bij de inbedrijfname alsook de
configuratie van de IF-module van de pomp vindt u in de Inbouw- en be-
dieningsvoorschriften van de toegepaste IF-module.
Hoofd-/reservebedrijf
Er draait altijd slechts één pomp. Allebei de pompen leveren de nominale capaciteit. De an-
dere pomp staat gereed voor een eventuele storing of draait na een pompwisseling.
Pompwisseling
In dubbelpompbedrijf vindt op bepaalde tijdsintervallen een pompwisseling plaats (tijdsinter-
vallen instelbaar: fabrieksinstelling: 24 u).
De pompwisseling kan worden geactiveerd:
Intern tijdgestuurd (menu's <5.1.3.2> + <5.1.3.3>)
Extern (menu <5.1.3.2>) door een positieve flank op het contact "AUX"
Handmatig (menu <5.1.3.1>)
Een handmatige of externe pompwisseling is ten vroegste 5 seconden na de laatste pomp-
wisseling mogelijk.
t
Het activeren van de externe pompwisseling deactiveert gelijktijdig de interne tijdgestuurde
pompwisseling.
Schematische beschrijving van een pompwisseling:
Pomp 1 draait (zwarte lijn)
Hoofdpomp
IF-module PLR
IF-module LON
IF-module BACnet
IF-module Modbus
IF-module CAN
nl
Partnerpomp
Geen IF-module vereist
Geen IF-module vereist
Geen IF-module vereist
Geen IF-module vereist
Geen IF-module vereist
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave