nl
1,5 – 4 kW:
SSM
SBM
Fig. 25: Afscherming aansluiten
38
Om de elektromagnetische compatibiliteitsnormen na te leven, moeten de volgende kabels
worden afgeschermd:
•
Verschildruksensor (DDG) (indien lokaal geïnstalleerd)
•
In2 (setpoint)
•
DP-communicatie bij kabellengten > 1 m (DP = dubbelpomp; klem "MP")
Polariteit in acht nemen:
MA = L => SL = L
MA = H => SL = H
•
EXT. off
•
AUX
•
Communicatiekabel IF-module
De afscherming moet aan de elektromagnetische compatibiliteitskabelklemmen in de elek-
tronicamodule en aan het andere uiteinde worden aangebracht. De kabels voor SBM en SSM
hoeven niet te worden afgeschermd.
Afscherming in/op elektronicamodule aansluiten
5,5 – 7,5 kW:
1
2
M12
3
4
•
Bij een motorvermogen < 5,5 kW: in de elektronicamodule op de aardrails
•
Bij motorvermogen 5,5 kW en 7,5 kW: op de kabeldoorvoering
•
Bij een motorvermogen ≥ 11 kW: op de kabelklemmen boven de klemmenstrook
Om te zorgen voor een goede druipwaterbescherming en trekontlasting van de kabelaan-
sluitingen alleen kabels met een geschikte buitendiameter toepassen (voor de aan te hou-
den doorsnede zie tabel "Kabeldoorsneden").
Kabeldoorvoeringen stevig vastschroeven.
Zorg ervoor dat geen druipwater in de elektronicamodule kan lopen:
•
Kabels in de buurt van de kabelschroefverbinding tot een afvoerlus buigen
•
Niet gebruikte kabeldoorvoeringen met de beschikbare afdichtingsringen afsluiten en
vastschroeven.
Breng de netaansluitleiding zo aan dat er in geen geval contact gemaakt wordt met de
buisleiding en/of het pomp- en motorhuis. Bij toepassing van de pompen met vloeistof-
temperaturen boven 90 °C moet een voldoende warmtebestendige netaansluitleiding wor-
den gebruikt.
Extra aarding in acht nemen!
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-CronoLine-IL-E, Wilo-CronoBloc-BL-E • Ed.01/2023-04
LET OP
Zie voor de aandraaimomenten van de klemschroeven tabel "Aandraai-
momenten voor kabelschroefverbindingen".
Uitsluitend een gekalibreerde draaimomentsleutel gebruiken.
11 – 22 kW: