13.2
Onderhoudswerkzaamheden
13.3
Leegmaken en reinigen
13.4
Mechanische afdichting vervangen
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-CronoLine-IL-E, Wilo-CronoBloc-BL-E • Ed.01/2023-04
•
Controleer regelmatig de luchttoevoer naar het motorhuis. Verontreinigingen hebben
een negatieve invloed op de koeling van de motor en de elektronicamodule. Verwijder,
indien nodig, de verontreinigingen en zorg weer voor een onbeperkte luchttoevoer.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel en milieuschade!
• De inhoud van de pomp en de spoelvloeistof conform de wettelijke
bepalingen afvoeren.
• Bij werkzaamheden altijd veiligheidskleding, veiligheidshandschoenen
en veiligheidsbril dragen.
Tijdens de inlooptijd kunnen geringe lekkages optreden. Ook tijdens het normale bedrijf
van de pomp is een kleine lekkage met enkele druppels gebruikelijk.
Voer daarnaast regelmatig een visuele controle uit. Als er duidelijk sprake is van een lekka-
ge, vervang dan de afdichting
Wilo biedt een reparatieset aan, die de vereiste onderdelen voor vervanging bevat.
Demontage:
WAARSCHUWING
Gevaar voor verbranding!
Bij hoge mediumtemperaturen en systeemdruk de pomp eerst laten af-
koelen en de installatie drukloos maken.
1.
Schakel de installatie spanningsvrij en beveilig deze tegen onbevoegd herinschakelen.
2.
Spanningvrijheid controleren.
3.
Werkbereik aarden en kortsluiten.
4.
Afsluiters voor en achter de pomp sluiten.
5.
Pomp door het openen van de ontluchtingsklep (Fig. I/II, pos. 1.31) drukloos maken.
LET OP
Let bij alle volgende werkzaamheden op het voor het desbetreffende
schroefdraadtype voorgeschreven aandraaimoment (tabel "Aandraaimo-
menten")!
6.
Motor en netaansluitleidingen losmaken als de kabel te kort is voor de demontage van
de aandrijving.
7.
Demonteer de koppelingsbeveiliging (Fig. I/II, pos. 1.32) met geschikt gereedschap
(bijvoorbeeld een schroevendraaier).
8.
Koppelingsschroeven (Fig. I/II, pos. 1.5) van de koppelingseenheid losdraaien.
9.
Motorbevestigingsschroeven (Fig. I/II, pos. 5) op de motorflens losdraaien en de aan-
drijving met een geschikt hijswerktuig van de pomp tillen.
10. Door het losdraaien van de lantaarnbevestigingsschroeven (Fig. I/II, pos. 4) lantaarn-
eenheid met koppeling, as, mechanische afdichting en waaier van het pomphuis de-
monteren.
11. Waaierbevestigingsmoer (Fig. I/II, pos. 1.11) losdraaien, daaronder liggende spanschijf
(Fig. I/II, pos. 1.12) verwijderen en waaier (Fig. I/II, pos. 1.13) van de pompas trekken.
12. Compensatieschijf (Fig. I/II, pos. 1.16) en indien noodzakelijk vlakke spie (Fig. I/II,
pos. 1.43) demonteren.
13. Mechanische afdichting (Fig. I/II, pos. 1.21) van de as aftrekken.
14. Koppeling (Fig. I/II, pos. 1.5) met pompas uit lantaarnstuk trekken.
15. Reinig de pas-/zittingsvlakken van de as zorgvuldig. Vervang ook de as als deze be-
schadigd is.
nl
65