Cameratrilling
Foto's nemen zonder cameratrilling.
• Foto's maken met [Image Stabilizer]. g Blz. 44
De camera detecteert beweging van de camera om de onscherpte te
beperken, zelfs als de ISO-gevoeligheid niet is verhoogd. Deze functie is ook
nuttig als foto's worden gemaakt met een hoge zoomvergroting.
• Videobeelden maken met [IS Movie Mode]. g Blz. 48
• Selecteer [J Sport] in de motiefprogramma's. g Blz. 24
De stand [J Sport] werkt met een korte sluitertijd en kan de
cameraonscherpte van een bewegend onderwerp verminderen.
• Foto's maken met hoge ISO-gevoeligheid. g Blz. 37
Als u een hoge ISO-gevoeligheid selecteert, kunt u foto's nemen met een
hoge sluitertijd, zelfs op plaatsen waar u geen flitser mag gebruiken.
Belichting (helderheid)
Foto's nemen met de juiste helderheid.
• Foto's maken van een onderwerp in tegenlicht
Gezichten of achtergronden zijn helder, zelfs wanneer met tegenlicht wordt
gefotografeerd.
[Shadow Adjust] g Blz. 52
[E Backlight HDR] g Blz. 24
• Fotograferen met [Face/iESP]. g Blz. 43
Er wordt een goede belichting gehanteerd voor een gezicht in tegenlicht en
het gezicht wordt opgelicht.
• Foto's maken met [Spot Metering]. g Blz. 44
De helderheid wordt afgestemd op een onderwerp in het midden van het
scherm en het beeld wordt niet beïnvloed door tegenlicht.
• Foto's maken met [Fill In] flitser. g Blz. 32
Een onderwerp dat zich in tegenlicht bevindt, wordt helderder gemaakt.
• Foto's maken van een wit strand of in de sneeuw. g Blz. 24
Selecteer [g Beach & Snow] in het motiefprogramma.
• Foto's maken met belichtingscorrectie. g Blz. 37
Stel de helderheid bij terwijl u het scherm bekijkt om de foto te maken. Als u
foto's maakt van witte onderwerpen (bijv. sneeuw), zijn de beelden meestal
donkerder dan het eigenlijke onderwerp. Gebruik de belichtingscorrectie om
in de positieve (+) richting bij te stellen, zodat de witte tinten overeenkomen
met de realiteit. Als u daarentegen foto's neemt van zwarte onderwerpen,
stelt u bij in de negatieve (-) richting.
83
NL