Voor de bedieningsmethode raadpleegt u (Blz. 41).
De methode selecteren om de helderheid te meten
z [ESP/n]
Submenu 2
ESP
5 (spot)
• Als [ESP] ingesteld is, kan het midden van het beeld donker zijn wanneer met
veel tegenlicht wordt gefotografeerd.
Fotograferen met sterkere vergrotingen dan de optische zoom
z [Digital Zoom]
Submenu 2
Uit
On
• The option selected for [Digital Zoom] affects the appearance of the zoom
bar (Blz. 47).
De bewegingsonscherpte ten gevolge van cameratrillingen
tijdens het fotograferen retoucheren z [Image Stabilizer]
Submenu 2
Uit
On
Tijdens
belichten
• Tijdens het fotograferen kan er een geluid hoorbaar zijn in de camera bij het
beperken van de camerabewegingen.
• De beelden kunnen mogelijk niet worden gestabiliseerd als de camera te veel
trilt.
• Als de sluitertijd uiterst lang is, bijv. wanneer u 's nachts foto's maakt, werkt
[Image Stabilizer] niet zo goed.
44 NL
44 NL
Hiermee krijgt u een evenwichtige helderheid over het volledige
scherm (meet de helderheid in het midden en in de omliggende
zones van het scherm afzonderlijk).
Fotografeert het onderwerp in het midden bij tegenlicht (meet
de helderheid in het midden van het scherm).
Digitale zoom uitschakelen.
Digitale zoom inschakelen.
De beeldstabilisator is uitgeschakeld. Dit is aan te bevelen
wanneer u fotografeert terwijl de camera vastgezet is op een
statief of op een ander stabiel oppervlak.
De beeldstabilisator is geactiveerd.
De beeldstabilisatie wordt geactiveerd wanneer de ontspanknop
helemaal wordt ingedrukt.
Toepassing
Toepassing
Toepassing