U moet de instelling Papiersoort instellen op Transparant om te voorkomen dat transparanten
vastlopen. (Zie
Papiersoort
verkoper of de transparanten compatibel zijn met laserprinters die transparanten verhitten tot 170 °C.
Gebruik alleen transparanten die deze temperaturen kunnen weerstaan zonder dat ze smelten,
verkleuren, verschuiven of gevaarlijke stoffen afgeven. Meer informatie treft u aan in de Card Stock &
Label Guide op de website van Lexmark: www.lexmark.com/publications.
Enveloppen
U kunt maximaal tien enveloppen laden in de standaardlade. Maak altijd een aantal proefafdrukken
voordat u grote hoeveelheden van een bepaalde envelop koopt. Zie
enveloppen
voor instructies voor het laden van enveloppen.
U drukt als volgt af op enveloppen:
•
U bereikt de beste resultaten als u hoogwaardige enveloppen gebruikt die speciaal zijn
ontworpen voor laserprinters.
•
Stel de Papierbron in het menu Papier in op basis van de bron die u gebruikt, stel de
Papiersoort in op Envelop en selecteer het juiste formaat envelop via het bedieningspaneel,
het printerstuurprogramma of MarkVision Professional.
•
Gebruik voor de beste prestaties enveloppen die zijn gemaakt van papier van 90 g/m
standaardlade voor 250 vel mag u maximaal 105 g/m
enveloppen mag u maximaal 105 g/m
25% of minder bedraagt. Enveloppen die voor 100% uit katoen bestaan, mogen niet
zwaarder zijn dan 90 g/m
•
Gebruik alleen nieuwe, onbeschadigde enveloppen.
•
Gebruik voor de beste prestaties en een minimum aan papierstoringen geen enveloppen die:
–
gemakkelijk omkrullen of draaien;
–
aan elkaar zijn vastgeplakt of zijn beschadigd;
–
vensters, gaten, perforaties, uitsnijdingen of reliëf bevatten;
–
sluitingen met metaal of touw of metalen vouwbalken bevatten;
–
een vergrendelingsontwerp hebben;
–
postzegels bevatten;
–
een (gedeeltelijk) onbedekte plakstrook hebben als de klepzijde is (af) gesloten;
–
gekartelde randen of omgebogen hoeken hebben;
–
een ruwe, kreukelige of gedraaide afwerking hebben.
•
Gebruik alleen enveloppen die bij blootstelling aan temperaturen van 170 °C niet sluiten,
omkrullen, kreuken of gevaarlijke stoffen afscheiden. Neem bij twijfel over de enveloppen
contact op met de leverancier.
•
Pas de breedtegeleider aan zodat deze overeenkomt met de breedte van de enveloppen.
•
Laad nooit enveloppen van verschillende formaten tegelijk in de lade. U mag enveloppen
alleen in de standaardlade laden. Laad ze met de klep naar beneden tegen de linkerkant van
de lade.
•
Een combinatie van hoge luchtvochtigheid (boven 60%) en hoge printertemperaturen kunnen
de enveloppen sluiten.
Mediaspecificaties
voor meer informatie over deze instelling.) Vraag de fabrikant of
2
laden, zolang het katoengehalte van de enveloppen
2
.
Richtlijnen voor afdrukmateriaal
29
De standaardlade vullen met
2
laden. Ook in de lade voor
2
. In de