3
Druk op Selecteren om het menu of menu-item te selecteren dat op de tweede regel van de
display wordt weergegeven.
•
Als een menu is geselecteerd, wordt dit menu geopend en wordt de eerste
printerinstelling van het menu weergegeven.
•
Wanneer een menu-item is geselecteerd, wordt de standaardinstelling voor dit menu-item
weergegeven.
(Naast de huidige standaardinstelling van de gebruiker wordt een sterretje [*]
weergegeven.)
Bij elk menu-item hoort een lijst met waarden. De volgende soorten waarden zijn mogelijk:
•
een woord of woordgroep waarmee een instelling wordt beschreven;
•
een numerieke waarde die kan worden gewijzigd;
•
de instelling Aan of Uit.
4
Druk op Menu om de gewenste waarde weer te geven.
5
Druk op Selecteren om de waarde op de tweede regel van de display te selecteren. Naast de
waarde wordt een sterretje (*) weergegeven om aan te geven dat dit nu de
standaardinstelling van de gebruiker is. De nieuwe instelling wordt gedurende één seconde
weergegeven en verdwijnt dan. Vervolgens wordt het bericht Opgeslagen kort weergegeven
en ten slotte de vorige lijst met menu-items.
6
Druk op Return om terug te gaan naar de vorige menu's. Selecteer de overige menu's
waarvoor u nieuwe standaardinstellingen wilt opgeven. Druk op Start (Go) als dit de laatste
afdrukinstelling is die u wilt wijzigen.
De standaardinstellingen van de gebruiker blijven van kracht totdat u nieuwe instellingen opslaat of
de fabrieksinstellingen herstelt. De standaardinstellingen die u hebt geselecteerd met het
bedieningspaneel, kunt u ook vervangen door instellingen te kiezen in de toepassing waarmee
u afdrukt.
In het
menuoverzicht
Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is.
Fabrieksinstellingen kunnen per land verschillen.
Fabrieksinstellingen zijn de functie-instellingen die van kracht zijn als u de printer voor de eerste keer
aanzet. Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze wijzigt. De fabrieksinstellingen worden
hersteld als u de waarde Herstellen selecteert voor het menu-item Fabrieksinstellingen in het menu
Extra. Zie
Menu Extra
Als u een nieuwe instelling selecteert op het bedieningspaneel, wordt het sterretje verplaatst naar
deze nieuwe instelling om aan te geven dat dit nu de huidige standaardinstelling van de gebruiker is.
Standaardinstellingen van de gebruiker zijn de instellingen die u selecteert voor verschillende
printerfuncties en die u opslaat in het printergeheugen. Nadat ze zijn opgeslagen, blijven deze
instellingen actief totdat nieuwe instellingen worden opgeslagen of de fabrieksinstellingen
worden hersteld.
Opmerking: De instellingen die u selecteert met het bedieningspaneel, kunnen worden
vervangen door instellingen die u kiest in de toepassing waarmee u afdrukt.
Printerinstellingen wijzigen met het bedieningspaneel
Printermenu's gebruiken
worden de menu-items van elk menu weergegeven.
voor meer informatie.
134