Ongeschikt papier
Het volgende papier wordt niet aanbevolen voor gebruik met de printer:
•
chemisch behandeld papier dat wordt gebruikt om kopieën te maken zonder carbonpapier,
ook bekend als CCP-papier (zelfkopiërend papier zonder carbon) of NCR-papier
(doordrukpapier zonder carbon);
•
voorbedrukt papier dat chemische stoffen bevat die schadelijk zijn voor de printer;
•
voorbedrukt papier dat kan worden aangetast door de temperatuur in het verhittingsstation
van de printer;
•
voorbedrukt papier dat een registratie vereist die groter is dan ± 2,3 mm (0,09 inch),
zoals OCR-formulieren (formulieren voor optische schriftherkenning);
In sommige gevallen kunt u de registratie aanpassen vanuit de softwaretoepassing, zodat u
deze formulieren zonder problemen kunt afdrukken.
•
coated papier (uitwisbaar bankpostpapier), synthetisch papier, thermisch papier;
•
structuurpapier, papier met een ruw of sterk vezelig oppervlak, of gekruld papier;
•
kringlooppapier dat meer dan 25% afval na consumptie bevat en niet voldoet aan
DIN 19 309;
•
kringlooppapier lichter dan 60 g/m
•
formulieren of documenten die uit verschillende onderdelen bestaan.
Papier selecteren
Als u papier op de juiste manier laadt, voorkomt dit papierstoringen en kunt u probleemloos
afdrukken.
Zo kunt u papierstoringen of een slechte afdrukkwaliteit voorkomen:
•
Gebruik altijd nieuw, onbeschadigd papier.
•
Zorg dat u weet wat de aanbevolen afdrukzijde is van het papier dat u gebruikt, voordat u het
in de papierlade plaatst. Deze informatie staat meestal op de verpakking.
•
Gebruik geen papier dat u zelf hebt gesneden of bijgeknipt.
•
Gebruik in dezelfde papierbron geen verschillende papierformaten, -gewichten en –soorten.
Hierdoor kunnen papierstoringen optreden.
•
Gebruik geen coated papier.
•
Vergeet niet de instelling Papierformaat te veranderen wanneer u een bron gebruikt die
automatische formaatdetectie niet ondersteunt.
•
Verwijder een lade nooit tijdens de uitvoering van een afdruktaak of als het bericht Bezig
wordt weergegeven op de display van het bedieningspaneel.
•
Controleer of de instellingen Papiersoort, Papierstructuur en Papiergewicht correct zijn.
(Zie
Menu Papier
•
Controleer of het papier correct is geladen in de bron.
Mediaspecificaties
2
;
voor meer informatie over deze instellingen.)
Richtlijnen voor afdrukmateriaal
26