Nadat u de update op de geheugenkaart hebt geladen,
installeert u de software op de kaartplotter
toestel bijwerken, pagina
68).
De software van het toestel bijwerken
Voordat u de software kunt bijwerken, moet u beschikken over
een software-update op een geheugenkaart of de nieuwste
software zelf op een geheugenkaart laden
op een geheugenkaart laden, pagina
1
Schakel de kaartplotter in.
2
Nadat het startscherm verschijnt, plaatst u de geheugenkaart
in de kaartsleuf.
OPMERKING: De instructies voor de software-update
verschijnen alleen als het toestel volledig is opgestart voordat
u de kaart plaatst.
3
Volg de instructies op het scherm.
4
Wacht enkele minuten totdat de software-update is voltooid.
5
Laat de geheugenkaart op zijn plaats zitten en start de
kaartplotter handmatig opnieuw op, wanneer daar om wordt
gevraagd.
6
Verwijder de geheugenkaart.
OPMERKING: Als de geheugenkaart wordt verwijderd
voordat het toestel opnieuw is opgestart, is de software-
update niet voltooid.
Het GRID toestel met de kaartplotter
koppelen vanaf de kaartplotter
OPMERKING: Deze stappen zijn van toepassing op zowel het
GRID toestel als het GRID 20 toestel.
Voordat u het GRID 20 toestel kunt koppelen aan de kaartplotter
om de gegevensverbinding te maken, moet u het toestel van
stroom voozien met behulp van batterijen, de meegeleverde
voedingskabel of een NMEA 2000 netwerkverbinding.
Voordat u het GRID toestel kunt koppelen met de kaartplotter,
moet u dit op het Garmin Marine Network aansluiten.
1
Selecteer Instellingen > Systeem > Stationsgegevens >
GRID™ koppelen > Voeg toe.
2
Selecteer een actie:
• Druk op het GRID externe invoertoestel op SELECT.
• Druk op de GRID 20 afstandsbediening op
afstandsbediening drie keer een pieptoon geeft.
Het GRID toestel met de kaartplotter koppelen via het
GRID toestel
OPMERKING: Dit is niet van toepassing op het GRID 20
toestel.
1
Druk op het GRID externe invoertoestel tegelijkertijd op + en
HOME.
Op alle kaartplotters in het Garmin Marine Network wordt nu
een selectiepagina geopend.
2
Draai het wieltje op het GRID externe invoertoestel om
Selecteer te markeren bij de kaartplotter die u wenst aan te
sturen met het GRID externe invoertoestel.
3
Druk op SELECT.
De GRID afstandsbediening draaien
In bepaalde installatie-situaties kunt u de oriëntatie van het
GRID toestel draaien.
OPMERKING: Dit is niet van toepassing op het GRID 20
toestel.
1
Selecteer Instellingen > Communicatie > Marine Network.
2
Selecteer het GRID toestel.
68
(De software van het
(De nieuwe software
67).
en
tot de
Het scherm schoonmaken
Schoonmaakmiddelen met ammoniak beschadigen de
antispiegelende coating.
Het toestel is voorzien van een speciale antispiegelende coating
die gevoelig is voor was en schurende reinigingsmiddelen.
1
Breng lenzenvloeistof (die specifiek geschikt is voor
antispiegelende coatings) aan op de doek.
2
Veeg het scherm voorzichtig met een schone, pluisvrije doek
schoon.
Afbeeldingen op een geheugenkaart
bekijken
U kunt afbeeldingen bekijken die zijn opgeslagen op een
geheugenkaart. U kunt .jpg, .png, en .bmp bestanden
weergeven.
1
Plaats een geheugenkaart met afbeeldingsbestanden in de
kaartuitsparing.
2
Selecteer Info > Fotoalbum.
3
Selecteer de map met de afbeeldingen.
4
Wacht enkele seconden totdat de miniatuurafbeeldingen zijn
geladen.
5
Selecteer een afbeelding.
6
Gebruik de pijltjes om door de afbeeldingen te bladeren.
7
Selecteer zo nodig Menu > Start diavoorstelling.
Schermafbeeldingen
U kunt een opname maken van elk scherm dat op uw
kaartplotter wordt weergegeven en deze opslaan als een .png-
bestand. Vervolgens kunt u de schermafbeelding overzetten
naar uw computer.
Schermafbeeldingen vastleggen
1
Plaats een geheugenkaart in de kaartuitsparing.
2
Selecteer Instellingen > Voorkeuren > Schermafdruk
opslaan > Aan.
3
Ga naar een scherm waarvan u een opname wilt maken.
4
Houd Start minimaal zes seconden ingedrukt.
Schermafbeeldingen naar een computer kopiëren
1
Verwijder de geheugenkaart uit de kaartplotter en plaats
deze in een kaartlezer die is aangesloten op een computer.
2
Open in Windows Verkenner de map Garmin\scrn op de
geheugenkaart.
3
Kopieer een .BMP-bestand op de kaart en plak dit bestand in
de gewenste map op de computer.
Problemen oplossen
Mijn toestel ontvangt geen GPS-signalen
Als het toestel geen satellietsignalen ontvangt, kan dit
verschillende oorzaken hebben. Als het toestel over een grote
afstand is verplaatst sinds de laatste keer dat satellietsignalen
werden ontvangen of als het toestel langer dan een paar weken
of maanden uitgeschakeld is geweest, kan het voorkomen dat
het toestel satellietsignalen niet meer goed ontvangt.
• Controleer of de nieuwste softwareversie op het toestel is
geïnstalleerd. Als dat niet het geval is, werkt u de software
van het toestel bij.
• Zorg dat het toestel zich in de open lucht bevindt, zodat de
antenne het GPS-signaal kan ontvangen. In een cabine moet
het toestel dichtbij een venster worden gemonteerd, zodat
het GPS-signaal kan worden ontvangen.
LET OP
Appendix