Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Een Oproep Met Een Positiemelding Verwijderen; Sporen Van Schepen Weergeven Op De Kaart; Persoonlijke Standaardoproepen; Een Dsc-Kanaal Selecteren - Garmin GPSMAP 7400 Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GPSMAP 7400 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

• Selecteer Symbool om een nieuw symbool te selecteren,
indien beschikbaar.
• Selecteer Opmerking om een opmerking in te voeren.
• Selecteer Sporen om een lijn weer te geven die het spoor
van het schip aangeeft als uw marifoon de positie van het
schip bijhoudt.
• Selecteer Lijn van spoor om een kleur voor de lijn van
het spoor te kiezen.

Een oproep met een positiemelding verwijderen

1
Selecteer Info > DSC-lijst.
2
Selecteer een oproep met een positiemelding.
3
Selecteer Bekijk > Wis rapport.

Sporen van schepen weergeven op de kaart

U kunt in sommige kaartweergaven de sporen weergeven van
alle schepen waarvan u de positie bijhoudt. Standaard geeft een
zwarte lijn het pad van het schip, een zwarte stip elke eerder
gemelde positie van een schip waarvan u de positie bijhoudt en
een blauwe vlag de laatst gemelde positie van het schip aan.
1
Selecteer vanuit een kaart of 3D-kaartweergave Menu >
Lagen > Overige schepen > DSC > DSC-sporen.
2
Selecteer het aantal uren dat schepen waarvan u de positie
bijhoudt worden weergegeven op de kaart.
Als u bijvoorbeeld 4 uur selecteert, worden alle punten van
sporen (van minder dan vier uur oud) voor bijgehouden
schepen op de kaart weergegeven.

Persoonlijke standaardoproepen

Wanneer u de kaartplotter aansluit op een Garmin marifoon,
kunt u de interface van de kaartplotter gebruiken voor het
uitvoeren van persoonlijke standaardoproepen.
Wanneer u een persoonlijke standaardoproep uitvoert vanaf de
kaartplotter, kunt u het gewenste DSC-kanaal selecteren voor
de communicatie. De marifoon verzendt dit verzoek tegelijk met
uw oproep.

Een DSC-kanaal selecteren

OPMERKING: De keuze van een DSC-kanaal is beperkt tot de
kanalen die beschikbaar zijn op alle frequentiebanden. Het
standaardkanaal is 72. Als u een ander kanaal selecteert,
gebruikt de kaartplotter dat kanaal voor alle volgende oproepen,
totdat u een oproep uitvoert via een ander kanaal.
1
Selecteer Info > DSC-lijst.
2
Selecteer een schip of een station dat u wilt oproepen.
3
Selecteer Bekijk > Oproepen met radio > Kanaal.
4
Selecteer een beschikbaar kanaal.

Een persoonlijke standaardoproep uitvoeren

OPMERKING: Als u een oproep start vanaf de kaartplotter,
ontvangt de marifoon geen oproepgegevens als er geen MMSI-
nummer in de marifoon is geprogrammeerd.
1
Selecteer Info > DSC-lijst.
2
Selecteer een schip of een station dat u wilt oproepen.
3
Selecteer Bekijk > Oproepen met radio.
4
Selecteer indien nodig Kanaal en selecteer een nieuw
kanaal.
5
Selecteer Verzend.
De kaartplotter verzendt informatie over de oproep naar de
marifoon.
6
Voltooi de oproep op uw Garmin VHF radio.

Een individuele routineoproep voor een AIS-doel

1
Kies een AIS-doel in een kaart of 3D-kaartweergave.
2
Selecteer AIS-schip > Oproepen met radio.

Meters en grafieken

3
Selecteer indien nodig Kanaal en selecteer een nieuw
kanaal.
4
Selecteer Verzend.
De kaartplotter verzendt informatie over de oproep naar de
marifoon.
5
Voltooi de oproep op uw Garmin VHF radio.
Meters en grafieken
De meters en grafieken geven informatie over de motor en de
omgeving. Om de informatie te kunnen bekijken, moet u een
compatibele transducer of sensor op het netwerk hebben
aangesloten.

De meters bekijken

1
Selecteer A/V, meters, bed..
2
Selecteer een meter.
3
Selecteer
of
om een andere meterpagina te bekijken.

De gegevens op een meter aanpassen

1
Druk in een meterscherm lang op een meter.
2
Selecteer Vervang gegevens.
3
Selecteer een gegevenstype.
4
Selecteer de gegevens die u wilt weergeven.

Meters aanpassen

U kunt de lay-out van de meterpagina's, de weergave van
afzonderlijke meters en de gegevens van elke meter wijzigen.
1
Open een meterpagina.
2
Selecteer Menu > Wijzig meterpagina's.
3
Selecteer een optie:
• Als u de op een meter getoonde gegevens wilt wijzigen,
selecteert u de meter.
• Als u de lay-out van de meters op de pagina wilt wijzigen,
selecteert u Wijzig lay-out.
• Als u een pagina aan deze set meterpagina's wilt
toevoegen, selecteert u Pagina toevoegen.
• Als u de volgorde van deze pagina in de set meterpagina's
wilt wijzigen, selecteert u Verplaats pagina naar links of
Verplaats pagina naar rechts.
• Als u de oorspronkelijke weergave van deze pagina wilt
herstellen, selecteert u Herstel standaardweergave.
De grenzen van de motormeter en de brandstofmeter
aanpassen
U kunt de onder- en bovenlimiet en het bereik van de gewenste
standaardwerking van een meter instellen.
OPMERKING: Niet alle opties zijn beschikbaar voor alle meters.
1
Selecteer in een geschikt meterscherm Menu > Installatie >
Metergrenzen instellen.
2
Selecteer een meter die u wilt aanpassen.
3
Selecteer een optie:
• Als u de minimumwaarde van het standaardbereik wilt
instellen, selecteert u Vastgesteld min..
• Als u de maximumwaarde van het standaardbereik wilt
instellen, selecteert u Vastgest. max..
47

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Gpsmap 7600 series

Inhoudsopgave