Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Dsc Inschakelen; Dsc-Lijst; De Dsc-Lijst Weergeven; Een Dsc-Contactpersoon Toevoegen - Garmin GPSMAP 7400 Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GPSMAP 7400 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

• De kaartplotter kan DSC (Digital Selective Calling)-
noodoproepen en positiegegevens ontvangen van de
marifoon.
• De kaartplotter kan de posities bijhouden van schepen die
positierapporten verzenden.
Als een Garmin NMEA 2000 marifoon is aangesloten op uw
kaartplotter, zijn deze functies ook ingeschakeld.
• Met de kaartplotter kunt u snel informatie over persoonlijke
standaardoproepen instellen en verzenden naar uw Garmin
marifoon.
• Wanneer u een noodoproep voor een man-over-boord
initieert vanaf uw marifoon, wordt op de kaartplotter het
scherm Man-over-boord weergegeven en wordt u gevraagd
naar de positie te navigeren waar de persoon van boord is
gevallen.
• Wanneer u een noodoproep vanwege een man-over-boord
initieert vanaf uw kaartplotter, geeft de marifoon de pagina
Noodoproep weer om een noodoproep voor een man-over-
boord uit te voeren.

DSC inschakelen

Selecteer Instellingen > Overige schepen > DSC.

DSC-lijst

De DSC-lijst is een overzicht van de meest recente DSC-
oproepen en andere DSC-contactpersonen die u hebt
ingevoerd. De DSC-lijst kan maximaal 100 vermeldingen
bevatten. De DSC-lijst geeft de meest recente oproepen weer
die vanaf een boot zijn gemaakt. Wanneer een tweede oproep
van dezelfde boot wordt ontvangen, vervangt deze de eerste
oproep van deze boot in de lijst.

De DSC-lijst weergeven

U kunt de DSC-lijst alleen weergeven als de kaartplotter is
aangesloten op een marifoon die ondersteuning biedt voor DSC.
Selecteer Info > DSC-lijst.

Een DSC-contactpersoon toevoegen

U kunt een schip toevoegen aan uw DSC-lijst. U kunt oproepen
naar een DSC-contactpersoon uitvoeren vanaf de kaartplotter.
1
Selecteer Info > DSC-lijst > Voeg contactpersoon toe.
2
Voer het MMSI-nummer (Maritime Mobile Service Identity)
van het schip in.
3
Voer de naam van het schip in.

Inkomende noodoproepen

Als uw compatibele kaartplotter en marifoon via NMEA 0183 of
NMEA 2000 zijn verbonden, ontvangt u een waarschuwing van
de kaartplotter wanneer er een DSC-noodoproep over de
marifoon wordt ontvangen. Als er positiegegevens zijn
verzonden bij de noodoproep, wordt die informatie tegelijk met
de oproep opgenomen en beschikbaar gesteld.
verwijst naar een noodoproep in de DSC-lijst en markeert de
positie van het schip op de navigatiekaart op het moment dat de
DSC-noodoproep werd verzonden.

Naar een schip in nood navigeren

verwijst naar een noodoproep in de DSC-lijst en markeert op
de navigatiekaart de positie van een schip op het moment dat
de DSC-noodoproep werd verzonden.
1
Selecteer Info > DSC-lijst.
2
Selecteer een oproep met een positiemelding.
3
Selecteer Bekijk > Navigeren naar.
4
Selecteer Ga naar of Route naar.
46
Noodoproepen (man-over-boord) uitvoeren via een
marifoon
Wanneer uw kaartplotter is verbonden met een marifoon die
compatibel is met NMEA 2000 en u een DSC-noodoproep voor
man-over-boord initieert vanaf uw marifoon, wordt het scherm
Man-over-boord weergegeven op de kaartplotter en wordt u
gevraagd naar het punt te navigeren waar de persoon van boord
is gevallen. Als er een compatibele stuurautomaat is verbonden
met het netwerk, vraagt uw kaartplotter u een MOB-manoeuvre
uit te voeren naar dit punt.
Als u de noodoproep voor man-over-boord annuleert via de
marifoon, verdwijnt het kaartplotterscherm waarin u wordt
gevraagd te navigeren naar het punt waarop de persoon van
boord is gevallen.
Man-over boord- en noodoproepen geïnitieerd vanaf
de kaartplotter
Wanneer uw kaartplotter is verbonden met een marifoon die
compatibel is met Garmin NMEA 2000 en u een SOS- of man-
over-boord-locatie markeert, wordt op de marifoon de pagina
Noodoproep weergegeven zodat u snel een noodoproep kunt
doen.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de marifoon voor
informatie over het uitvoeren van noodoproepen via de
marifoon. Meer informatie over het markeren van een MOB- of
SOS-locatie vindt u in
Een SOS-locatie markeren, pagina

Positie bijhouden

Wanneer u de kaartplotter aansluit op een marifoon via NMEA
0183, kunt u de positie bijhouden van schepen die
positiemeldingen verzenden.
Deze functie is ook beschikbaar met NMEA 2000, ervan
uitgaande dat het schip de juiste PGN-gegevens verzendt (PGN
129808; DSC-oproepinformatie).
Elke ontvangen oproep met een positiemelding wordt
opgenomen in de DSC-lijst

Een positierapport weergeven

1
Selecteer Info > DSC-lijst.
2
Selecteer een oproep met een positiemelding.
3
Selecteer Bekijk.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer
als u de details van de positiemelding wilt
zien.
• Selecteer
als u een kaart wilt zien waarop de positie is
gemarkeerd.
Naar een schip navigeren waarvan u de positie
bijhoudt
1
Selecteer Info > DSC-lijst.
2
Selecteer een oproep met een positiemelding.
3
Selecteer Bekijk > Navigeren naar.
4
Selecteer Ga naar of Route naar.
Een waypoint maken op de positie van een schip
waarvan u de positie bijhoudt
1
Selecteer Info > DSC-lijst.
2
Selecteer een oproep met een positiemelding.
3
Selecteer Bekijk > Via-punt maken.

Informatie in een positiemelding bewerken

1
Selecteer Info > DSC-lijst.
2
Selecteer een oproep met een positiemelding.
3
Selecteer Bekijk > Wijzig.
• Selecteer Naam om de naam van het schip in te voeren.
(DSC-lijst, pagina
46).
Digital Selective Calling (DSC)
18.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Gpsmap 7600 series

Inhoudsopgave