4 Over het systeem
Oplossen van problemen (zie
storingen" [ 4 11])
WAARSCHUWING
Stop de werking en schakel de
voeding uit als er zich iets
abnormaals voordoet (brandgeur,
enz.).
Als u de unit onder dergelijke
omstandigheden laat werken, kan dit
leiden tot een defect, elektrische schok
of brand. Neem contact op met uw
dealer.
4
Over het systeem
OPMERKING
Het toestel moet worden opgeslagen om mechanische
schade te voorkomen.
De binnenunits kunnen worden gebruikt voor toepassingen met
verwarmen/koelen.
WAARSCHUWING
Wijzig, demonteer, verwijder, herinstalleer of repareer de
unit NIET zelf aangezien een verkeerde demontage of
installatie een elektrische schok of brand kan veroorzaken.
Neem contact op met uw dealer.
OPMERKING
Gebruik het systeem NIET voor andere doeleinden.
Gebruik de unit NIET voor het koelen van precisie-
instrumenten, voedsel, planten, dieren of kunstwerken, om
te voorkomen dat de kwaliteit ervan wordt aangetast.
OPMERKING
Voor latere wijzigingen of uitbreidingen van uw systeem:
Een volledig overzicht van toegelaten combinaties (voor
latere systeemuitbreiding) vindt u in de technische data en
moet worden geraadpleegd. Neem contact op met uw
installateur voor meer informatie en professioneel advies.
VOORZICHTIG
Als deze unit uitgerust is met een beveiliging met een
elektrische voeding, zoals een CO
(lokaal te voorzien), dan moet de unit om efficiënt te zijn na
de installatie, op korte onderhoudsperiodes na, altijd van
stroom voorzien zijn.
4.1
Systeemlay-out
INFORMATIE
De volgende afbeelding is een voorbeeld en stemt mogelijk
NIET overeen met de lay-out van uw installatie.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
8
"8 Opsporen en verhelpen van
-koelmiddellekdetector
2
a
b
a
Buitenunit
b
Binnenunit
c
Gebruikersinterface
VOORZICHTIG
Steek GEEN vingers, stokken of andere voorwerpen in de
luchtinlaat of -uitlaat. Wanneer de ventilator met hoge
snelheid draait, zou dit letsels veroorzaken.
5
Gebruikersinterface
VOORZICHTIG
▪ Raak de interne delen van de controller NOOIT aan.
▪ Verwijder het voorpaneel NIET. Sommige onderdelen
in het toestel aanraken is gevaarlijk en kan problemen
met het toestel veroorzaken. Neem contact op met uw
dealer voor controle en afstelling van de interne delen.
Deze gebruiksaanwijzing geeft een niet-beperkend overzicht van de
belangrijkste functies van het systeem.
Voor
meer
informatie
over
gebruiksaanwijzing van de geïnstalleerde gebruikersinterface.
6
Bediening
6.1
Werkingsgebied
Gebruik het systeem binnen de volgende temperatuur- en
vochtgehaltewaarden om een veilige en efficiënte werking te
verzekeren.
Koelen en drogen
Buitenunit
–5~43°C droge bol
Binnenunit
14~24°C natte bol
Binnenvochtigheid
≤80%
(a)
Om te voorkomen dat er condens wordt gevormd en water uit de
unit druppelt. Als de temperatuur of de vochtigheid buiten deze
limieten valt, kunnen beveiligingen geactiveerd worden, waardoor
de unit mogelijk niet functioneert.
b
c
de
gebruikersinterface,
zie
Verwarmen
–20~16°C natte
bol
15~27°C droge
bol
(a)
—
FXSN50~112A2VEB
CO₂ Conveni-Pack: binnenunit
4P602815-1 – 2020.02
de