12 Installatie van de leidingen
4 Verwijder het deksel van de waterinlaat (1 schroef).
5 Giet ongeveer 1 l water langzaam in de waterinlaat en
controleer op lekken.
e
f
a
a
Waterinlaat
b
Draagbare pomp
c
Deksel waterinlaat
d
Emmer (water bijvullen via waterinlaat)
e
Afvoeruitlaat voor onderhoud
f
Koelmiddelleidingen
6 Schakel de voeding UIT.
7 Koppel de elektrische bedrading los.
▪ Verwijder het servicedeksel.
▪ Koppel de voeding en de gebruikersinterface los.
▪ Breng het servicedeksel weer aan.
Wanneer de installatie van het systeem al voltooid is
1 Begin de koelwerking (zie de uitgebreide handleiding of de
servicehandleiding van de gebruikersinterface).
2 Giet ongeveer 1 l water langzaam in de waterinlaat en
controleer op lekken (zie
is" [ 4 17]).
systeem nog niet voltooid
11.3
Verplaatsen
Neem contact op met uw dealer om de volledige unit te verwijderen
en opnieuw te installeren. Het verplaatsen van units vereist een
zekere technische kennis.
12
Installatie van de leidingen
12.1
De koelmiddelleidingen
voorbereiden
12.1.1
Vereisten voor de koelmiddelleidingen
OPMERKING
Voor
R744-koelmiddel
voorzorgsmaatregelen worden genomen om het systeem
schoon en droog te houden. Alle mogelijke voorzorgen
dienen genomen te worden opdat er nooit vreemde stoffen
(inclusief minerale oliën of vochtigheid) in het systeem
kunnen komen en zich vermengen met het koelmiddel.
OPMERKING
De leidingen en andere drukvoerende delen moeten
geschikt zijn voor koelmiddel. Gebruik K65 leidingen uit
een
legering
van
hogedruktoepassingen met een werkdruk van 120 bar.
▪ Vreemde stoffen in de leidingen, waaronder oliën die tijdens de
fabricage worden gebruikt, mogen niet meer dan 30 mg/10 m
bedragen.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
18
c
d
b
"Wanneer de installatie van het
moeten
strikte
koper
en
ijzer
voor
Diameter koelmiddelleidingen
Vloeistofleiding
Ø9,5 mm
Materiaal koelmiddelleidingen
▪ Materiaal leidingen: K65 koper-ijzerlegering (CuFe2P), maximum
bedrijfsdruk:= 120 bar
▪ Hardingsgraad en dikte leidingen:
Buitendiameter
Hardingsgraad
(Ø)
9,5 mm (3/8")
R420
12,7 mm (1/2")
(getrokken)
(a)
Afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en de maximale
bedrijfsdruk van de unit (zie "PS High" op het naamplaatje van de
unit), zijn mogelijk dikkere leidingen vereist.
12.1.2
De koelleidingen isoleren
▪ Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal:
▪ met een warmteoverdrachtsfactor begrepen tussen 0,041 en
0,052 W/mK (0,035 en 0,045 kcal/mh°C)
▪ bestand tegen minstens 120°C
▪ Isolatiedikte
Buitendiameter
Binnendiameter
leiding (Ø
)
isolatie (Ø
p
9,5 mm (3/8")
10~14 mm
12,7 mm (1/2")
14~16 mm
Ø
Ø
i
i
Ø
Ø
p
p
t
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de vochtigheid meer
dan 80% bedraagt, moet het isolatiemateriaal minstens 20 mm dik
zijn om condensatie aan de oppervlakte van de isolatie te
voorkomen.
12.2
De koelmiddelleiding aansluiten
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
12.2.1
De koelmiddelleidingen op binnenunit
aansluiten
VOORZICHTIG
Installeer koelmiddelleidingen of componenten zo dat ze
niet worden blootgesteld aan stoffen die componenten met
koelmiddel kunnen corroderen, tenzij de componenten
gemaakt zijn van een materiaal dat inherent bestand is
tegen corrosie of beschermd is tegen corrosie.
▪ Leidinglengte. Houd de koelmiddelleiding zo kort mogelijk.
WAARSCHUWING
▪ Gebruik K65 leidingen voor hogedruktoepassingen met
een werkdruk van 120 bar.
▪ Gebruik K65 koppelstukken en fittingen voor een
werkdruk van 120 bar.
▪ Leidingen
mogen
gebraseerd.
Andere
verboden.
▪ Leidingen optrompen is niet toegelaten.
Gasleiding
Ø12,7 mm
(a)
Dikte (t)
Ø
≥0,65 mm
t
≥0,85 mm
Isolatiedikte (t)
)
i
≥10 mm
≥10 mm
alleen
aan
elkaar
worden
soorten
koppelingen
zijn
FXSN50~112A2VEB
CO₂ Conveni-Pack: binnenunit
4P602815-1 – 2020.02