1 Ventileer de ruimte en neem onmiddellijk contact op met de
dealer waar u de unit hebt gekocht. Gebruik de unit NIET
vooraleer de storing is opgelost.
Stappen uit te voeren door installateur of de servicepersoon
INFORMATIE
Tijdens de detectie van het koelmiddellek, wordt het
contact tussen klem T1 en T2 geopend. Tijdens de
normale werking is het contact tussen klem T1 en T2
gesloten (werkt als kortsluiting).
1 Als lokaal te voorziene afsluiters NIET zijn geïnstalleerd: Draai
de afsluiters van de gas- en vloeistofleiding op de buitenunit
dicht.
2 Als lokaal te voorziene afsluiters zijn geïnstalleerd: Als het
koelmiddellek in de kamer is gestopt, kunt u de airconditioner
voor andere kamers gebruiken waar GEEN koelmiddel werd
gelekt.
3 Lokaliseer en repareer de oorzaak van het koelmiddellek.
Vervang indien nodig de binnenunit.
4 Vul indien nodig koelmiddel bij.
5 Reset de voeding handmatig en hervat de werking.
OPMERKING
Wanneer een koelmiddellek is gedetecteerd, stuurt de unit
op regelmatige tijdstippen een signaal dat bevestigt of de
CO
-concentratie op een veilig niveau is. Zelfs met een
2
CO
-concentratie op een veilig niveau, mag u de werking
2
NIET hervatten vooraleer de storing is opgelost en het
koelmiddel is bijgevuld.
8
Opsporen en verhelpen van
storingen
Als zich één van de volgende problemen voordoet, neem dan
onderstaande maatregelen en neem contact op met uw dealer.
WAARSCHUWING
Stop de werking en schakel de voeding uit als er zich
iets abnormaals voordoet (brandgeur, enz.).
Als u de unit onder dergelijke omstandigheden laat
werken, kan dit leiden tot een defect, elektrische schok of
brand. Neem contact op met uw dealer.
ALLEEN een erkend servicetechnicus mag het systeem repareren.
Storing
Als een beveiliging, zoals bijvoorbeeld
een zekering, een stroomonderbreker of
een aardlekschakelaar, vaak worden
geactiveerd, of als de AAN/UIT-
schakelaar NIET goed werkt.
Als water uit de unit lekt.
De bedrijfsschakelaar werkt NIET naar
behoren.
Als
of een foutcode op de
gebruikersinterface staat.
FXSN50~112A2VEB
CO₂ Conveni-Pack: binnenunit
4P602815-1 – 2020.02
Maatregel
Schakel alle
hoofdstroomschakelaars
van de unit uit.
Stop de werking.
Schakel de voeding UIT.
Verwittig uw installateur
en geef hem de foutcode
door. Om foutcodes weer
te geven, zie de
uitgebreide handleiding
van de
gebruikersinterface.
8 Opsporen en verhelpen van storingen
Storing
Op de gebruikersinterface verschijnt
foutcode A0 of U9 (of
), de ventilator
stopt en u hoort een
waarschuwingsgeluid van de
gebruikersinterface (bij een Madoka) of
van een ander veiligheidsalarm in
combinatie met een gasdetectie-
apparaat (indien geïnstalleerd).
Als het systeem NIET goed werkt, behalve voor de hiervoor
vermelde gevallen, en geen van de vermelde storingen van
toepassing is, volg de volgende procedures om na te gaan wat er
misloopt.
Neem contact op met uw installateur als u na controle van alle
bovenstaande punten het probleem niet zelf kunt oplossen. Geef
hem de symptomen door, de volledige modelnaam van de unit (met
indien mogelijk ook het fabricagenummer) en de installatiedatum
(mogelijk vermeld op de garantiekaart).
Storing
Indien het systeem
▪ Controleer
helemaal niet werkt.
stroomonderbreking is. Wacht tot de
stroom is hersteld. Als de stroom tijdens
de werking uitvalt, zal het systeem
automatisch herstarten direct nadat de
stroom is hersteld.
▪ Controleer of er geen zekering is
doorgebrand of een onderbreker in
werking is gesteld. Vervang indien nodig
de zekering of reset de onderbreker.
Het systeem stopt
▪ Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van
meteen nadat het
de buitenunit of de binnenunit niet
begint te draaien.
geblokkeerd
obstakels en zorg ervoor dat de lucht vrij
kan circuleren.
▪ Controleer of het luchtfilter verstopt is
(zie
"7.2.2 Luchtfilter
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
Maatregel
Er kan een koelmiddellek
gedetecteerd zijn (zie
"7.3.1 Over
koelmiddellekdetectie" [ 4 10
]).
Maatregel
of
er
geen
is.
Verwijder
eventuele
reinigen" [ 4 10]).
11