Pagina 1
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV-systeemairconditioner FXFQ20BVEB FXFQ25BVEB FXFQ32BVEB FXFQ40BVEB FXFQ50BVEB FXFQ63BVEB FXFQ80BVEB FXFQ100BVEB FXFQ125BVEB...
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Algemene veiligheidsmaatregelen Over de documentatie..............................1.1.1 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen ..................Voor de gebruiker ................................Voor de installateur ................................ 1.3.1 Algemeenheden ............................. 1.3.2 Plaats van installatie ............................1.3.3 Koelmiddel — in geval van R410A of R32 ...................... 1.3.4 Elektrisch.................................
Pagina 3
Inhoudsopgave Checklist voor de inbedrijfstelling ..........................44 Proefdraaien..................................44 Foutcodes bij het proefdraaien ............................46 9 Aan de gebruiker overhandigen 10 Als afval verwijderen 11 Technische gegevens 11.1 Schema van de leidingen: Binnenunit ..........................50 11.2 Bedradingsschema................................50 11.2.1 Legende eengemaakt bedradingsschema ..................... 50 Voor de gebruiker 12 Over het systeem 12.1...
Pagina 4
Inhoudsopgave 19 Verplaatsen 20 Als afval verwijderen 21 Verklarende woordenlijst Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker FXFQ20~125BVEB VRV-systeemairconditioner 4P561452-1B – 2021.07...
Algemene veiligheidsmaatregelen 1 Algemene veiligheidsmaatregelen 1.1 Over de documentatie ▪ De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle andere talen zijn vertalingen. ▪ Alle in dit document vermelde voorzorgen betreffen zeer belangrijke punten en dienen dus steeds nauwgezet te worden nageleefd. ▪...
Algemene veiligheidsmaatregelen Symbool Verklaring Lees de montagehandleiding, de gebruiksaanwijzing en het instructievel voor de bedrading alvorens te beginnen met de installatie. Lees de servicehandleiding alvorens onderhouds- en servicewerkzaamheden uit te voeren. Voor meer informatie, zie de uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker.
Algemene veiligheidsmaatregelen VOORZICHTIG ▪ Plaats GEEN voorwerpen, apparatuur of uitrustingen bovenop de unit. ▪ Zit, klim of sta NIET op de unit. ▪ Units dragen het volgende symbool: Dit betekent dat u GEEN elektrische en elektronische producten mag mengen met ongesorteerd huishoudelijk afval. Probeer het systeem NIET zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het systeem en het behandelen van het koelmiddel, van olie en van andere onderdelen moeten door een erkende installateur conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden.
Pagina 8
Daikin gemaakt of goedgekeurd werden. WAARSCHUWING Zorg ervoor dat de materialen die voor de installatie en de testen gebruikt worden, voldoen aan de geldende wetgeving (bovenop de instructies beschreven in de Daikin- documentatie). VOORZICHTIG Draag...
Algemene veiligheidsmaatregelen 1.3.2 Plaats van installatie ▪ Voorzie voldoende ruimte rond de unit voor onderhoud en luchtcirculatie. ▪ Controleer of de plaats waarop de unit moet komen, bestand is tegen het gewicht en de trillingen van de unit. ▪ Zorg ervoor dat de zone goed geventileerd wordt. Blokkeer GEEN ventilatieopeningen.
Pagina 10
Algemene veiligheidsmaatregelen GEVAAR: RISICO OP ONTPLOFFING Afpompen – Koelmiddellekken. Als u het systeem wil afpompen en er zit een lek in het koelmiddelcircuit: ▪ Gebruik NIET de automatische afpompfunctie van de unit die al het koelmiddel uit het systeem naar de buitenunit kan sturen. Mogelijk gevolg: Zelfontbranding en explosie van de compressor door lucht die in de draaiende compressor terechtkomt.
Algemene veiligheidsmaatregelen Er is GEEN sifonbuis Vul bij met de ondersteboven staande fles. ▪ Open koelmiddelflessen steeds traag. ▪ Vul bij met koelmiddel in vloeibare vorm. Het koelmiddel in gasvormige fase toevoegen kan de normale werking verstoren. VOORZICHTIG Wanneer het bijvullen van koelmiddel is voltooid of wanneer u even pauzeert, moet u de kraan van het koelmiddelreservoir onmiddellijk dichtdraaien.
Pagina 12
Algemene veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING ▪ Gebruik ALLEEN koperdraden. ▪ Alle lokale bedrading moet voldoen aan de geldende wetgeving. ▪ Alle lokale bedradingen MOETEN conform met het product meegeleverd bedradingsschema worden uitgevoerd. ▪ Knijp NOOIT gebundelde kabels samen en controleer of ze NIET met leidingen of scherpe randen in contact (kunnen) komen.
Pagina 13
Algemene veiligheidsmaatregelen OPMERKING Alleen van toepassing als de elektrische voeding driefasig is en de compressor een AAN/UIT-startmethode heeft. Als een fase zich na een tijdelijke black-out kan omkeren en de stroomtoevoer gaat aan en uit terwijl het systeem in bedrijf is, installeer dan plaatselijk een beveiligingscircuit tegen faseomkering.
▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk). ▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op het Daikin Business Portal (authenticatie vereist). FXFQ20~125BVEB Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV-systeemairconditioner 4P561452-1B –...
Over de doos 3 Over de doos 3.1 Overzicht: Over de doos Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet doen nadat de doos met de binnenunit on-site werd geleverd. Het bevat informatie over: ▪ Uitpakken en omgaan met de unit ▪ Accessoires van de unit verwijderen Denk aan de volgende punten: ▪...
Over de doos 3.2.2 Toebehoren uit de binnenunit verwijderen 1× 1× 1× 8× 4× 7× 1× 4× 1× 1× 1× 1× a Schemablad voor montage (bovenste deel van verpakking) b Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid c Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing binnenunit d Installatiegids e Pakkingringen voor ophangbeugels f Schroeven (om het schemablad voor montage tijdelijk op de binnenunit te...
Over de units en opties 4 Over de units en opties 4.1 Overzicht: Over de units en opties Dit hoofdstuk bevat informatie over: ▪ De binnenunit identificeren ▪ Buiten- en binnenunits combineren ▪ De binnenunit combineren met opties INFORMATIE Neem contact op met uw dealer of raadpleeg het engineering databook of de servicehandleiding voor koeltoepassingen...
Over de units en opties 4.3 Systeemlay-out a Binnenunit b Buitenunit c Gebruikersinterface d Aangezogen lucht e Uitgeblazen lucht f Koelmiddelleiding + verbindingskabel g Afvoerleiding h Aardingsbedrading i Luchtaanzuigfilter en luchtfilter 4.4 Units en opties combineren INFORMATIE Sommige opties zijn mogelijk niet verkrijgbaar in uw land. 4.4.1 Mogelijke opties voor de binnenunit Controleer of de volgende verplichte opties aanwezig zijn: ▪...
Voorbereiding 5 Voorbereiding 5.1 Overzicht: Voorbereiding In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet weten alvorens u ter plaatse gaat. Het bevat informatie over: ▪ Installatieplaats voorbereiden ▪ Koelmiddelleiding voorbereiden ▪ Elektrische bedrading voorbereiden 5.2 Installatieplaats voorbereiden Kies een installatieplaats met voldoende ruimte om de unit in en uit de site te kunnen dragen.
Pagina 21
Voorbereiding ▪ In de aanwezigheid van zuur- of alkalinedampen OPMERKING De in deze handleiding beschreven apparatuur kan elektronische ruis veroorzaken afkomstig van radiofrequentie-energie. De apparatuur voldoet aan specificaties die een redelijke bescherming moeten bieden tegen dergelijke interferentie. De garantie dat in een specifieke installatie geen interferentie zal optreden, kan echter niet worden gegeven.
Pagina 22
Voorbereiding ▪ Plafondisolatie. Wanneer de temperatuur in het plafond hoger is dan 30°C en er een relatieve vochtigheid van meer dan 80% heerst, of wanneer er verse lucht in het plafond wordt geleid, is er extra isolatie nodig (polyethyleenschuim met een dikte van minstens 10 mm).
Voorbereiding INFORMATIE Maximum afstand tot de vloer voor de 3-wegs en 4-wegs luchtuitblaas (waarvoor een optionele afsluitplaatkit vereist is) kan verschillen. Zie de montagehandleiding van de optionele afsluitplaatkit. 5.3 De koelmiddelleidingen voorbereiden 5.3.1 Vereisten voor de koelmiddelleidingen INFORMATIE Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken in de "1 Algemene veiligheidsmaatregelen" [ 5].
Voorbereiding Afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en de maximale bedrijfsdruk van de unit (zie "PS High" op het naamplaatje van de unit), zijn mogelijk dikkere leidingen vereist. 5.3.2 De koelleidingen isoleren ▪ Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal: met een warmteoverdrachtsfactor begrepen tussen 0,041 en 0,052 W/mK (0,035 en 0,045 kcal/mh°C) bestand tegen minstens 120°C ▪...
Installatie 6 Installatie 6.1 Overzicht: Installatie In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u ter plaatse moet doen en weten om het systeem te installeren. Typische werkstroom Een typische installatie bestaat uit de volgende stappen: De buitenunit monteren. De binnenunit (+ sierpaneel) monteren. De koelmiddelleiding aansluiten.
Installatie 6.2.2 Richtlijnen bij de installatie van de binnenunit INFORMATIE Optionele apparatuur. Lees ook de installatiehandleiding van de optionele apparatuur bij de installatie hiervan. Afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse, kan het gemakkelijker zijn om eerst de optionele apparatuur te installeren. ▪...
Pagina 27
Installatie ▪ Schemablad voor montage (bovenste deel van verpakking). Gebruik het schemablad om de juiste horizontale positie te bepalen. U vindt hierop de nodige afmetingen en middelpunten. U kunt het schemablad op de unit bevestigen. a Midden van de unit b Midden van de plafondopening c Schemablad voor montage (bovenste deel van verpakking) d Schroeven (accessoires)
Installatie A In het geval van installatie met standaard sierpaneel B In het geval van installatie met kit voor invoer van verse lucht C In het geval van installatie met zelfreinigend sierpaneel D In het geval van installatie met design sierpaneel a Vals plafond b Installatiegids (accessoire) c Unit...
Pagina 29
Installatie 1~1.5 m a Ophangstaaf O Toegelaten X Niet toegelaten ▪ Stijgleiding. Indien nodig kunt u een stijgleiding installeren om in een helling te voorzien. Helling afvoerslang: 0~75 mm om belasting op de leiding en luchtbellen te voorkomen. Stijgleiding: ≤300 mm van de unit, ≤675 mm loodrecht op de unit. ≤300 1000~1500 (mm)
Pagina 30
Installatie 5 Draai het grote afdichtingskussen (= isolatie) rond de metalen klem en de afvoerslang, en bevestig het met kabelbinders. 6 Sluit de afvoerleiding aan op de afvoerslang. ≤4 mm A-A' a Aansluiting afvoerleiding (bevestigd aan de unit) b Afvoerslang (accessoire) c Metalen klem (accessoire) d Groot afdichtingskussen (accessoire) e Isolatiedeel (afvoerleiding) (accessoire)
Installatie a Plastic gieter b Serviceafvoeruitlaat (met rubberen blindprop). Gebruik deze uitlaat voor de afvoer van water uit de lekbak. c Locatie condenswaterpomp d Aansluiting afvoerleiding e Afvoerleiding 5 Schakel de voeding UIT. 6 Koppel de elektrische bedrading los. ▪ Verwijder het deksel van de schakelkast. ▪...
Installatie 6.3.2 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen INFORMATIE Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken: ▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid ▪ Voorbereiding GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN VOORZICHTIG ▪ Gebruik GEEN minerale olie op het verbreed uiteinde van de koelmiddelleiding. ▪...
Installatie 6.3.3 Richtlijnen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen Houd rekening met de volgende richtlijnen wanneer u leidingen aansluit: ▪ Bestrijk de binnenkant van de verbreding met etherolie of esterolie wanneer u een flaremoer aansluit. Draai eerst 3 of 4 toeren met de hand vast vooraleer stevig vast te draaien.
Installatie a Snijd precies in rechte hoeken af. b Verwijder de bramen. 3 Verwijder de flaremoer van de afsluiter en zet de flaremoer op de leiding. 4 Verbreed de leiding. Verbreed exact op de plaats zoals getoond op de volgende afbeelding. Verbredingsgereedscha Normaal trompgereedschap p voor R410A...
Installatie d Flaremoer (bevestigd op de unit) e Aansluiting koelmiddelleiding (bevestigd op de unit) f Unit g Afdichtingskussens: Middelgroot 1 (gasleiding), middelgroot 2 (vloeistofleiding) (accessoires) 1 Draai de naden van de isolatiedelen naar boven. 2 Bevestig ze aan de basis van de unit. 3 Maak de kabelbinders vast rond de isolatiedelen.
Installatie 6.4.3 Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische bedrading Denk aan de volgende punten: ▪ Indien gevlochten geleiders worden gebruikt, plaats een rond oog op het uiteinde. Schuif het rond oog over de draad tot aan het bekleed gedeelte en maak het oog vast met een geschikt werktuig.
Installatie 6.4.4 Specificaties van de standaardcomponenten van de bedrading Onderdeel Klasse 20~40 Voedingskabel MCA 0,5 A 0,6 A 0,7 A 1,2 A 1,3 A 1,4 A Spanning 220~240 V Fase Frequentie 50/60 Hz Draaddikten 1,5 mm (3-aderige kabel) H07RN-F (60245 IEC 66) Transmissiebedrading Voor specificaties, zie de montagehandleiding van de buitenunit Kabel gebruikersinterface 0,75 tot 1,25 mm...
Installatie 5 Verdeel de kleine afdichting (accessoire) in kleinere delen en draai ze rond de kabels om te voorkomen dat er water in de unit kan. Dicht alle openingen af om te voorkomen dat kleine dieren in het systeem terechtkomen. WAARSCHUWING Neem gepaste maatregelen om te beletten dat de unit door kleine dieren als schuilplaats gebruikt kan worden.
Pagina 39
Installatie TO IN/D TO OUT/D L N P L N P L N P L N P ▪ Met BS-unit (alleen REYQ). Control box OUT/D IN/D TO IN/D TO OUT/D a Buitenunit b Binnenunit c Gebruikersinterface d Meest stroomafwaarts gelegen binnenunit e Voor gebruik met 2 gebruikersinterfaces f BS-unit 10~15...
Configuratie 7 Configuratie 7.1 Lokale instelling Voer de volgende lokale instellingen uit zodat ze overeenstemmen met de echte installatie en met de behoeften van de gebruiker: ▪ Plafondhoogte ▪ Design sierpaneel (indien van toepassing) ▪ Luchtuitblaasrichting ▪ Luchtvolume bij uitgeschakelde thermostaatregeling ▪...
Configuratie a Luchtuitblaas in alle richtingen b 4-wegs luchtuitblaas (alle luchtuitblazen open, 2 hoeken gesloten) (optionele afsluitplaatkit vereist) c 3-wegs luchtuitblaas (1 luchtuitblaas gesloten, alle hoeken open) (optionele afsluitplaatkit vereist) Instelling: Luchtvolume bij uitgeschakelde thermostaatregeling Deze instelling moet overeenstemmen met de behoeften van de gebruiker. Zij bepaalt de ventilatorsnelheid van de binnenunit bij thermostaat UIT.
Configuratie Voor een interval van… (luchtvervuiling) ±2500 u (licht) 10 (20) ±1250 u (zwaar) Geen aanduiding Individuele instelling in een simultaan werkend systeem We raden aan de slave-unit in te stellen met de optionele gebruikersinterface. Voer de volgende stappen uit: 2 Verander het tweede codenummer in 02 voor een individuele instelling op de slave-unit.
Inbedrijfstelling 8 Inbedrijfstelling 8.1 Overzicht: Inbedrijfstelling In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet weten om het systeem na de installatie in gebruik te stellen. Typische werkstroom Het in bedrijf stellen houdt typisch volgende stappen in: De "Controlelijst voor de inbedrijfstelling"...
Inbedrijfstelling 8.3 Checklist voor de inbedrijfstelling Controleer na de installatie van de unit eerst de hierna vermelde punten. Sluit de unit nadat alle controles zijn uitgevoerd. Start de unit nadat u ze gesloten hebt. U leest de volledige installatie-instructies, zoals beschreven in de uitgebreide handleiding voor de installateur.
Pagina 45
Inbedrijfstelling Actie Verwijder het deksel en draai de klep met een zeskantsleutel volledig linksom om de vloeistofafsluiter en de gasafsluiter te openen. Sluit het servicedeksel om elektrische schokken te voorkomen. Schakel de unit minstens 6 uur vóór gebruik IN; dit om de compressor te beschermen.
Inbedrijfstelling Actie Resultaat Verander de stand. Als de luchtstroomklep van de binnenunit beweegt, werkt alles zoals het moet. Anders is het niet in orde. Druk. Het thuismenu wordt weergegeven. 5 Stop het proefdraaien. Actie Resultaat Druk minstens 4 seconden. Het menu Service instelling lokaal wordt weergegeven.
Pagina 47
Inbedrijfstelling Foutcode Mogelijke oorzaak ▪ Spanningsonbalans. ▪ Ontbrekende fase bij driefasige voedingen. Opmerking: Het toestel kan niet worden gebruikt. Schakel het toestel UIT, controleer de bedrading opnieuw en verwissel twee van de drie elektrische draden. U4 of UF De aftakbedrading tussen de units is niet juist. De buitenunit en binnenunit zijn niet compatibel.
Aan de gebruiker overhandigen 9 Aan de gebruiker overhandigen Als het proefdraaien voltooid is en de unit goed en op de juiste manier werkt, zorg ervoor dat de gebruiker de volgende zaken goed begrijpt: ▪ Controleer of de gebruiker de papieren documentatie heeft en vraag hem/haar deze bij te houden om deze later te kunnen raadplegen.
Als afval verwijderen 10 Als afval verwijderen OPMERKING Probeer het systeem NIET zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het systeem en het behandelen van het koelmiddel, van olie en van andere onderdelen MOETEN conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden. De units MOETEN voor hergebruik, recyclage en terugwinning bij een gespecialiseerd behandelingsbedrijf worden behandeld.
▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk). ▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op het Daikin Business Portal (authenticatie vereist). 11.1 Schema van de leidingen: Binnenunit a Aansluiting vloeistofleiding...
Over het systeem 12 Over het systeem De binnenunit van deze VRV-systeemairconditioner kan worden gebruikt voor toepassingen met verwarmen/koelen. OPMERKING Gebruik het systeem NIET voor andere doeleinden. Gebruik de unit NIET voor het koelen van precisie-instrumenten, voedsel, planten, dieren of kunstwerken, om te voorkomen dat de kwaliteit ervan wordt aangetast.
Gebruikersinterface 13 Gebruikersinterface VOORZICHTIG ▪ Raak de interne delen van de controller NOOIT aan. ▪ Verwijder het voorpaneel NIET. Sommige onderdelen in het toestel aanraken is gevaarlijk en kan problemen met het toestel veroorzaken. Neem contact op met uw dealer voor controle en afstelling van de interne delen. Deze gebruiksaanwijzing geeft een niet-beperkend overzicht van de belangrijkste functies van het systeem.
Voor het gebruik 14 Voor het gebruik WAARSCHUWING Deze unit bevat elektrische en hete onderdelen. WAARSCHUWING Controleer vóór het gebruik van de unit of zij correct werd geïnstalleerd door een installateur. VOORZICHTIG Langdurige blootstelling van uw lichaam aan de luchtstroom is ongezond. VOORZICHTIG Zorg voor een goede verluchting van de ruimte als samen met het systeem een apparaat met brander wordt gebruikt;...
Bediening 15 Bediening 15.1 Gebruik van het systeem 15.1.1 Over het gebruik van het systeem ▪ Schakel de hoofdvoeding 6 uur vóór de inwerkingstelling in om de unit te beschermen. ▪ Als de hoofdvoeding tijdens het gebruik wordt uitgeschakeld, wordt de unit automatisch herstart zodra ze weer wordt ingeschakeld.
Bediening INFORMATIE ▪ De verwarmingscapaciteit neemt af wanneer de buitentemperatuur daalt. Gebruik in dat geval een ander verwarmingstoestel in combinatie met de unit. (Wanneer u een toestel met een open vlam gebruikt, moet u de kamer constant verluchten). Plaats geen apparatuur met een open vlam op plaatsen die blootgesteld zijn aan de luchtstroom van de unit of onder de unit.
Bediening 15.3 Luchtstroomrichting instellen Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de gebruikersinterface. 15.3.1 Over de luchtstroomklep Dubbelstroomunits+multi-stroomunits In de volgende gevallen wordt de luchtstroomrichting gestuurd door een microcomputer, en kan zij verschillen van de instelling op het display. Koelen Verwarmen ▪ Wanneer de kamertemperatuur lager ▪...
Pagina 62
Bediening Ga naar het thuisscherm. Cool Set to °C Druk. Main Menu Circulation Airflow Individual Air Direction Energy Saving Options Schedule Maintenance Information Configuration Return Setting Selecteer "Circulation Main Menu Circulation Airflow airflow" (luchtstroom met Individual Air Direction Energy Saving Options Schedule circulatie) Maintenance Information...
Energie besparen en optimale werking 16 Energie besparen en optimale werking Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om voor een optimale werking van het systeem te zorgen. ▪ Stel de luchtuitlaat zo in dat de lucht niet rechtstreeks op de aanwezige personen wordt geblazen.
Onderhoud en service 17 Onderhoud en service 17.1 Voorzorgsmaatregelen voor onderhoud en service VOORZICHTIG: Kijk uit voor de ventilator! De unit inspecteren met een draaiende ventilator is gevaarlijk. Schakel de hoofdschakelaar altijd uit alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. VOORZICHTIG Steek GEEN vingers, stokken of andere voorwerpen in de luchtinlaat of -uitlaat. Wanneer de ventilator met hoge snelheid draait, zou dit letsels veroorzaken.
Onderhoud en service 17.2 Luchtfilter, aanzuigrooster, luchtuitblaas en buitenpanelen reinigen VOORZICHTIG Schakel de unit uit alvorens het luchtfilter, het aanzuigrooster, de luchtuitblaas en de buitenpanelen te reinigen. 17.2.1 Luchtfilter reinigen Wanneer het luchtfilter reinigen: ▪ Vuistregel: Eens om de 6 maand reinigen. Reinig vaker als de lucht in de kamer heel sterk vervuild is.
Onderhoud en service Design paneel: 3 Reinig het luchtfilter. Gebruik een stofzuiger of was het luchtfilter met water. Als het filter heel vuil is, gebruik dan een zachte borstel en een mild schoonmaakmiddel. 4 Laat het luchtfilter drogen in de schaduw. 5 Plaats het luchtfilter terug en sluit het aanzuigrooster.
Onderhoud en service Standaard paneel: 45° Design paneel: 3 Verwijder het luchtfilter. 4 Reinig het aanzuigrooster. Was het met een zachte borstel en water of een neutraal reinigingsmiddel. Als het aanzuigrooster erg vuil is, laat dan gedurende 10 minuten een typische keukenreiniger inwerken op het rooster, en was het dan met water.
Onderhoud en service ▪ Reinig de luchtfilters en behuizingen van de binnenunits (zie "17.2.1 Luchtfilter reinigen" [ 65] en "17.2.3 Luchtuitblaas en buitenpanelen reinigen" [ 67]). ▪ Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik van de unit in, dit om een vlotte werking te verzekeren.
Onderhoud en service ▪ Als het product binnen de garantieperiode moet worden gerepareerd, neemt u contact op met uw dealer en houd u de garantiekaart klaar. 17.6.2 Aanbevelingen voor onderhoud en inspectie Aangezien zich na verschillende jaren van gebruik stof kan ophopen in de unit, zullen de prestaties van de unit enigszins afnemen.
Onderhoud en service ▪ Normaal gebruik zonder veelvuldig starten en stoppen van de unit. Afhankelijk van het model, bevelen wij aan het toestel niet meer dan 6 keer/uur te starten en te stoppen. ▪ Er wordt uitgegaan van een gebruik van 10 uur/dag en 2.500 uur/jaar. OPMERKING ▪...
Pagina 71
Onderhoud en service INFORMATIE Het is mogelijk dat schade veroorzaakt door het demonteren of schoonmaken van de binnenkant van units door iemand anders dan onze erkende dealers niet onder de garantie valt. FXFQ20~125BVEB Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV-systeemairconditioner 4P561452-1B –...
Opsporen en verhelpen van storingen 18 Opsporen en verhelpen van storingen Als zich één van de volgende problemen voordoet, neem dan onderstaande maatregelen en neem contact op met uw dealer. WAARSCHUWING Stop de werking en schakel de voeding uit als er zich iets abnormaals voordoet (brandgeur, enz.).
Opsporen en verhelpen van storingen Storing Maatregel Het systeem werkt, maar ▪ Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van de koelt of verwarmt buitenunit of de binnenunit niet geblokkeerd is. onvoldoende. Verwijder eventuele obstakels en zorg voor voldoende ventilatie. ▪ Controleer of het luchtfilter niet verstopt is (zie "17.2.1 Luchtfilter reinigen" [...
Opsporen en verhelpen van storingen binnenunit over naar fluistersnelheid. Dit voorkomt dat koude lucht rechtstreeks op de personen in de kamer wordt geblazen. De ventilatorsnelheid verandert niet wanneer u op de knop drukt. 18.1.3 Symptoom: De luchtstroomrichting stemt niet overeen met de instelling De luchtstroomrichting stemt niet overeen met het display van de gebruikersinterface.
Opsporen en verhelpen van storingen 18.1.9 Symptoom: De airconditioners maken lawaai (buitenunit) De hoogte van het bedrijfsgeluid verandert. Dit geluid wordt veroorzaakt door de frequentiewijziging. 18.1.10 Symptoom: Er komt stof uit de unit Wanneer een unit na een lange periode van stilstand weer wordt gebruikt. Dit komt door stof in de unit.
Pagina 76
Verplaatsen 19 Verplaatsen Neem contact op met uw dealer om de volledige unit te verwijderen en opnieuw te installeren. Het verplaatsen van units vereist een zekere technische kennis. FXFQ20~125BVEB Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV-systeemairconditioner 4P561452-1B – 2021.07...
Pagina 77
Als afval verwijderen 20 Als afval verwijderen OPMERKING Probeer het systeem NIET zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het systeem en het behandelen van het koelmiddel, van olie en van andere onderdelen MOETEN conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden. De units MOETEN voor hergebruik, recyclage en terugwinning bij een gespecialiseerd behandelingsbedrijf worden behandeld.
Door Daikin gemaakte of goedgekeurde apparatuur en uitrustingen die met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie gecombineerd mogen worden. Ter plaatse te voorzien NIET door Daikin gemaakte apparatuur en uitrustingen die met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie gecombineerd mogen worden. FXFQ20~125BVEB...
Pagina 80
4P561452-1B 2021.07 Verantwortung für Energie und Umwelt...