tapgat en draai ze vervolgens nog 1/4 tot 1/2
slag verder. Draai ze echter zodra dat moge-
lijk is met behulp van een momentsleutel met
het juiste torsiekoppel vast.
4.
Giet de juiste hoeveelheid olie in de vulo-
pening. Installeer de vuldop.
Aanbevolen motorolie:
4-takt motorolie
Hoeveelheid motorolie (exclusief oliefil-
ter):
4.3 L (4.55 US qt) (3.78 Imp.qt)
1
1. Olievuldop
5.
Start de motor en kijk of de waarschu-
wingslamp voor lage oliedruk (als die
voorhanden is) wel uit gaat. Controleer of
er geen olie lekt.
DCM00680
OPGELET:
Als de waarschuwingslamp voor lage olie-
druk blijft branden of als er olielekken zijn,
zet de motor dan af en ga op zoek naar de
oorzaak. De motor laten draaien terwijl er
zich een probleem voordoet, kan voor ern-
stige motorbeschadiging zorgen. Raad-
pleeg uw Yamaha-dealer als het probleem
niet kan worden gelokaliseerd en opge-
lost.
6.
Zet de motor af en wacht 3 minuten. Con-
troleer het oliepeil met de peilstok en ga
na of het zich tussen het bovenste en het
onderste maatstreepje bevindt. Vul olie
bij als het zich onder het onderste maats-
treepje bevindt en tap olie af als het zich
boven het bovenste bevindt.
1. Merkteken laagste peil
2. Oliepeilstok
3. Merkteken hoogste peil
7.
Loos de gebruikte olie overeenkomstig
de plaatselijke voorschriften.
ZMU04271
NOTA:
Raadpleeg uw Yamaha-dealer voor meer
G
informatie over het lozen van gebruikte olie.
Ververs de olie vaker als de motor in on-
G
gunstige omstandigheden wordt gebruikt
(bijvoorbeeld langdurig slepen).
DMU29112
Controle van de bedrading en
aansluitstukken
Controleer of elke massadraad goed is
G
vastgemaakt.
Controleer of elk aansluitstuk goed is aan-
G
gekoppeld.
Onderhoud
47