LET OP
• De waarde van de lensopening geeft de grootte aan van de
opening waardoor het licht de camera binnenkomt. Een
grotere waarde voor de lensopening geeft een kleinere
opening aan. De camera stelt deze instelling automatisch
bij.
• De sluitertijd geeft aan hoelang (hoeveelheid tijd) het licht
de camera binnen mag gaan. Een langzamere sluitertijd
betekent dat het licht voor langere tijd de camera binnen
mag gaan. De sluitersnelheid wordt op het beeldscherm
aangegeven in seconden (1/1000ste seconde, enz.). De
camera stelt deze instelling automatisch in.
Als niet op het beeld kan worden scherpgesteld...
Als het scherpstelkader rood blijft en de bedrijfsindicator groen
blijft knipperen, betekent dit dat niet op het beeld scherpgesteld
is (omdat het onderwerp te dichtbij is, enz.). Richt de camera op
het onderwerp en probeer opnieuw scherp te stellen.
Controleren van een foto
Een foto zal voor enige tijd op het beeldscherm blijven nadat u
deze opgenomen heeft en daarna verdwijnen wanneer de
camera klaar is voor het volgende beeld.
Voer de volgende bedieningshandeling uit om een foto te
bekijken nadat u deze opgenomen heeft.
Druk op [
].
Hierdoor wordt de foto weergegeven die u zojuist opgenomen
heeft.
U kunt d.m.v. [ ] en [ ] door de andere beelden in het
geheugen bladeren.
Druk op [
] om naar de opnamemodus terug te keren.
62
OPNEMEN VAN EEN FOTO