4.
Selecteer d.m.v. [ ] en [ ] de gewenste
instelling.
5.
Pas de instelling toe.
• Door op [SET] te drukken wordt de geselecteerde
instelling toegepast en het menuscherm verlaten.
• Door op [ ] in plaats van op [SET] te drukken wordt de
geselecteerde instelling toegepast en teruggekeerd naar
het menuscherm. Indien u dat wilt, kunt u daarna andere
instellingen configureren.
• Druk op [ ] om een andere indextab te selecteren en
keer daarna terug naar de indextab d.m.v. [ ] en schakel
daarna over naar een andere indextab d.m.v. [ ] en [ ].
Configureren van instellingen op het
beeldscherm
U kunt het display menu gebruiken om verschillende instellingen
op het beeldscherm te configureren.
Selecteren van een layout van het
scherm
De inhoud van het layout instelmenu hangt af van of de
opnamemodus of de weergavemodus ingeschakeld is bij de
camera.
■
Layout van het scherm bij de opnamemodus
Bij de opnamemodus kunt u de layout van de iconen selecteren
met de scherm layout instellingen.
1.
Druk tijdens de opnamemodus op [MENU].
2.
Selecteer d.m.v. [ ] en [ ] de "Instellen"
indextab.
3.
Selecteer d.m.v. [ ] en [ ] "
druk vervolgens op [ ].
4.
Selecteer d.m.v. [ ] en [ ] de gewenste
instelling en druk vervolgens op [SET]
(instellen).
52
Paneel" en
VOORBEREIDINGEN