Voer de volgende stappen uit om de scherpstelfunctie te
veranderen.
1.
Druk tijdens de opnamemodus op [SET]
(instellen).
2.
Selecteer d.m.v. [ ] en [ ] de derde optie van
boven in het bedieningspaneel
(Scherpstelling).
3.
Selecteer d.m.v. [ ]
en [ ] de gewenste
instelling van de
scherpstelfunctie en
druk vervolgens op
[SET] (instellen).
Een icoon verschijnt in het
beeldscherm om de huidige
scherpstelfunctie aan te
geven.
• Zie de volgende pagina's van dit hoofdstuk voor details
aangaande het opnemen met elke scherpstelfunctie.
Scherpstelfunctie icoon
116
Gebruiken van autofocus
1.
Richt het scherpstelkader van het
beeldscherm op het onderwerp waarop u wilt
scherpstellen en druk de sluitertoets dan
halverwege in.
Deze camera zal dan de scherpstelbewerking uitvoeren.
U kunt zien of scherpgesteld is op het beeld door de
bedrijfsindicator en de kleur van het scherpstelkader te
controleren.
Scherpstelkader
Status
Bedrijfsindicator Scherpstelkader
Scherpstellen is
Licht groen op
voltooid
Niet
Knippert groen
scherpgesteld
GEAVANCEERDE INSTELLINGEN
Bedrijfsindicator
Groen
Rood