4.3
Inbedrijfstelling na een onderbreking van het bedrijf
Hierna wordt de procedure voor de inbedrijfstelling na een onderbreking van het bedrijf (bijv. na onder-
houd van stoomluchtbevochtiger) beschreven. Hierbij geldt als voorwaarde dat de eerste inbedrijfstelling
naar behoren is uitgevoerd door de onderhoudsmonteur van uw Condair-vertegenwoordiger en dat de
Condair RS correct is geconfigureerd.
1. Bij de eerste inbedrijfstelling of bij de inbedrijfstelling na werkzaamheden aan het stoomsysteem
moet het personeel dat de inbedrijfstelling uitvoert, verplicht controleren of de stoomleiding van het
punt waar de leiding uit de stoomcilinder komt, tot de stoomverdeler over de gehele lengte open is.
Volg hiertoe de volgende procedure:
•
Verwijder de voorste afdekplaat die zich aan de zijde van de stoomcilinder van de Condair RS
bevindt.
•
Maak de bovenste slangklem van het stoomaansluitstuk in het apparaat los met een schroeven-
draaier en trek het stoomaansluitstuk naar onderen van de stoomaansluiting op de stoomcilinder
af.
•
Stel de luchtbehandelingsinstallatie in werking en controleer of de druk (boven- of onderdruk)
onderaan bij de stoomaansluiting overeenkomt met de druk in de luchtbehandelingsinstallatie.
Een stoomleiding met een verkleinde diameter of een volledig verstopte stoomleiding kan
er bij een in bedrijf zijnde bevochtiger toe leiden dat de druk in de stoomcilinder te hoog
wordt en houdt gevaar van ongevallen met gevaar voor brandwonden in!
Houd u daarom aan de volgende instructie: Als er geen of slechts een geringe luchtstroom
merkbaar is, moet de stoomleiding vóór verdere inbedrijfstellingsstappen worden gecontroleerd
op verstoppingen en een verkleinde diameter en moet worden gewaarborgd dat de stoomleiding
over de gehele lengte en gehele diameter open is.
2. Controleer de stoomluchtbevochtiger en installaties op beschadigingen.
Een beschadigd apparaat of bevochtigingssystemen met beschadigde installaties kunnen
het leven van mensen in gevaar brengen of tot ernstige materiële schade leiden.
Houd u daarom aan de volgende instructie: Beschadigde apparaten of apparaten met be-
schadigde of niet correct uitgevoerde installaties mogen niet in bedrijf worden gesteld.
3. Breng de afdekplaten aan de voorzijde van de stoomluchtbevochtiger aan en vergrendel ze.
4. Open respectievelijk de zeeffilterklep en de afsluitklep in de watertoevoerleiding.
5. Schakel de onderhoudsschakelaars in de voedingsspanningsleidingen (verwarmings- en stuurspan-
ning) in.
6. Schakel de apparaatschakelaar van de stoomluchtbevochtiger in.
De Condair RS voert een automatische systeemtest (initialisatie) uit. Als bij de systeemtest een
storing wordt geconstateerd, verschijnt een overeenkomstige storingsmelding in het onderhouds- en
storingsschermveld (zie
Als de initialisatie succesvol is verlopen, wordt de stoomcilinder gevuld en wordt aansluitend een
functionele test uitgevoerd om de werking van de niveau-eenheid te controleren.
Opmerking: Als bij de functionele test een storing wordt geconstateerd, verschijnt een overeenkom-
stige storingsmelding in het onderhouds- en storingsschermveld (zie
storingsmeldingen).
Als de functionele test van de niveau-eenheid succesvol is verlopen, bevindt de Condair RS zich
aansluitend in normaal bedrijf en wordt het standaardbedrijfsscherm weergegeven. Zodra de
vochtigheidsregelaar of hygrostaat om bevochtiging vraagt, wordt de verwarmingsvoeding inge-
schakeld, gaat de LED groen branden en wordt na korte tijd stoom geproduceerd.
14
Bediening
GEVAAR!
GEVAAR!
Hoofdstuk 5.1.2 –
Onderhouds-/storingsmeldingen).
Hoofdstuk 5.1.2 – Onderhouds-/