Controlelampjes
Als één van deze indicatoren niet gaat branden terwijl dat zou moeten, laat uw dealer dan
controleren op problemen.
PGM-FI-storingslampje (elektronisch
geregelde brandstofinspuiting) (MIL)
Gaat kort branden als de contactschakelaar in
de stand (On) wordt gezet.
Als het controlelampje gaat branden
terwijl de motor draait:
38
(BLZ.108)
Honda SMART Key-indicator
Gaat branden wanneer de verificatie van het voer-
tuig en Honda SMART Key is voltooid en de con-
tactschakelaar kan worden gebruikt.
Gaat uit als de contactschakelaar in de
stand (On) wordt gezet.
Als de Honda SMART Key-indicator
knippert:
(BLZ.110)
ABS-controlelampje
(antiblokkeersysteem)
Gaat branden als de contactschakelaar in de
stand (On) wordt gezet. Gaat uit bij een snel-
heid van ongeveer 5 km/h
Als het gaat branden tijdens het
rijden:
(BLZ.109)