/ / FP-POMPENREEKS / / /
2 Veiligheid
2.1
Principiële veiligheidsaanwijzingen
►
Deze gebruikshandleiding voor het gebruik van de pomp
volledig lezen en ter beschikking houden op de plaats van
gebruik van de pomp.
De geldende nationale voorschriften van het land van
►
gebruik en de interne werk- en veiligheidsvoorschriften in
acht nemen.
►
Alle hier beschreven werkzaamheden mogen alleen worden
uitgevoerd door gekwalificeerd personeel en met de nodige
omzichtigheid.
►
Contaminatiegevaar: bij het transport van gevaarlijke media
de wettelijke en bedrijfsinterne veiligheidsvoorschriften in
acht nemen.
►
De pomp moet tijdens het gebruik altijd uitgerust zijn met
wegneembare afschermingen.
2.2
Reglementair gebruik
De FP-centrifugaalpompen zijn in de standaarduitvoering
ontwikkeld voor het gebruik in de levensmiddelindustrie, in de
farmaceutische en biotechnologiesector en de CIP-
procestechniek.
Ze kunnen gebruikt worden voor het transport van vloeistoffen
met een dynamische viscositeit tot maximaal 1200 mPa s en
mediumtemperaturen tot maximaal 150 °C, waarbij het medium
licht lucht- of gashoudend, homogeen of met kleine
bijmengingen kan zijn.
Elke pomp wordt geconcipieerd volgens de eisen van de klant.
De dichtingsmaterialen worden geselecteerd met het oog op
het desbetreffende pompmedium. Met de pomp mag alleen het
medium worden getransporteerd waarvoor de pomp werd
ontworpen (zie "Ordergebonden documenten" in de bijgevoegde
documenten).
2.3
Onreglementair gebruik
De FP-centrifugaalpompen mogen in standaarduitvoering niet
worden blootgesteld aan explosiegevaarlijke atmosfeer.
Hiervoor bestaan er speciale Ex-uitvoeringen.
Het transporteren van ongeschikte transportmedia kan de
pomp vernielen.
In deze handleiding worden standaard-pompaggregaten van
Fristam beschreven. Bij uitzonderingen en montage van extra's
is de exploitant verantwoordelijk voor het bedrijf.
Verbouwingen en wijzigingen aan de pomp zijn enkel
toegestaan na overleg met Fristam.
2.4
Waarschuwings- en aanwijzingsborden
►
De markeringen op de pomp niet verwijderen of veranderen.
Beschadigde of verloren markeringen onmiddellijk getrouw
►
het origineel vervangen.
6
2.4.1
Draairichting
Fig. 1
Markering loopwiel-draairichting
De markering geeft de draairichting van het loopwiel aan. De
markering is aangebracht aan de voorkant van het pompdeksel.
2.4.2
Hete oppervlakte
Fig. 2
Veiligheidsmarkering: „Hete oppervlakte"
De markering wijst erop dat de delen door het bedrijf heet
kunnen worden of dat hier eventueel hete transportmedia
worden gepompt. De pomp mag alleen met geschikte
veiligheidshandschoenen worden aangeraakt.
2.4.3
Geen droogloop
Fig. 3
Veiligheidsmarkering: „Geen droogloop"
Deze markering wijst erop dat de pomp geen droogloop
verdraagt. Bij het opstarten van de pomp moet er altijd
pompmedium aanwezig zijn in de aanzuigleiding en de pomp.
Anders wordt de pomp beschadigd.
2.4.4
Typeplaatje
10
9
8
7
Fig. 4
Typeplaatje voor pompaggregaat
1
Fabrikant
2
Type: pompreeks, maat, bouwvorm, uitvoering
3
S.-nr.: serienummer van de pomp
4
H: pomphoogte [m]
P:
5
motorvermogen [kW]
6
Bouwjaar
m
:
7
gewicht (totaal) [kg]
ges
1
2
3
4
5
6