8 Storingen
Voor storingen, mogelijke oorzaken en remedies zie
Hoofdstuk 10.3 "Storingstabel", pagina 29.
8.1
Veiligheidsaanwijzingen
Verbrandingsgevaar: door het transport van heet medium
►
kan de pomp zeer sterk worden verhit. Controleer de
temperatuur voor u de pomp aanraakt.
►
Achteruit lopende pomp ondanks Nood-uit: bij een
nooduitschakeling kan de pomp door het transportmedium
in de drukleiding achteruit blijven lopen. Terugslagklep
monteren.
9 Onderhoud
Onderhoudsintervallen zie Hoofdstuk 10.2
1
"Onderhoudsintervallen
", pagina 28.
9.1
Veiligheidsaanwijzingen
►
Roterende delen: gevaar voor letsels. Voor het verwijderen
van de koppelingsbeveiliging en de beschermplaat de motor
van de pomp uitschakelen en tegen herinschakeling
beveiligen.
►
Verbrandingsgevaar: door het transport van heet
pompmedium kan de pomp sterk worden verhit. Controleer
de temperatuur voor u de pomp aanraakt.
Elektrische schok: als er vloeistoffen door de installatie
►
stromen, treedt er elektrostatische oplading op.
Pijpleidingen en pomp aarden.
►
Ongecontroleerd uitstromen van vloeistoffen: voor
onderhoud en instellingen aan de pomp:
– aanzuig- en drukschuif voor en achter de pomp sluiten,
– sper- of quenchvloeistofleiding afsluiten.
►
Uitlopende vloeistoffen: corrosie en verontreiniging.
Pompbehuizing voor het openen van de pomp volledig
legen.
►
Spanningsscheuren: de pomp niet plots laten afkoelen.
Materiële schade door krassen in geslepen oppervlakken. Bij
een geslepen oppervlak koperen inzetstuk voor steeksleutel
gebruiken.
9.2
Reserveonderdelen
Door het gebruik van reserveonderdelen die niet
►
vrijgegeven zijn door Fristam Pumpen KG (GMBH & Co.),
kunnen ernstige letsels en zware materiële beschadigingen
optreden. Bij vragen over toegelaten reserveonderdelen
wendt u zich tot Fristam a.u.b.
►
Fristam registreert alle geleverde pompen. Voor de
bestelling van reserveonderdelen bij Fristam moeten de
volgende gegevens worden vermeld:
Serienummer, zie
– typeplaatje of
– inslag op de pompbehuizing.
9.3
Sper- en quenchvloeistof controleren
(optie)
Bij pompen met een uitrusting voor „Afsluitsysteem" of
„Quench-systeem" moet de spervloeistofdruk dagelijks worden
gecontroleerd.
►
Spervloeistofdruk controleren en vergelijken met de
vermelde waarde.
De aangegeven waarde bevindt zich in de "Ordergebonden
documenten" op de "Doorsnede" van de asafdichting.
De "Ordergebonden documenten" vindt u bij deze
gebruikershandleiding.
►
Door het hete pompmedium en het gebruik van de pomp
wordt de spervloeistof verhit.
Zorg ervoor dat de temperatuur van de spervloeistof tijdens
het bedrijf T < 70 °C wordt gehouden.
9.4
Motorlager smeren
►
Lager van de motor smeren in overeenstemming instructies
van de fabrikant (zie "Motordocumentatie").
9.5
Aslager smeren
9.5.1
Bouwvorm FP, FPE en FP...V
De bouwvormen FP, FPE en FP...V beschikken niet over een
bijkomend aslager en hoeven dus niet gesmeerd te worden.
9.5.2
Bouwvorm L 2, L 3/L3V, L 4V
Bij de bouwvormen L 2, L 3/L3V, L 4V moet regelmatig een
olieverversing worden uitgevoerd.
1. Motor inschakelen en laten lopen tot de normale
bedrijfstemperatuur bereikt is.
2. Motor uitschakelen en tegen herinschakeling beveiligen.
3. Geschikte olie-opvangbak onder de olie-aftapschroef
plaatsen.
4. Voorzichtig! Verbrandingsgevaar door hete olie.
Geschikte veiligheidshandschoenen dragen.
►
►
Olie-aftapschroef losdraaien en verwijderen.
5. Olie volledig aftappen en in overeenstemming met de lokale
voorschriften verwijderen.
6. Olie-aftapschroef en dichting reinigen en weer monteren.
15