6b. Variant flensverbinding
1. Verbindingsschroeven aan de flens losmaken en
verwijderen.
2. Pompbehuizing verwijderen.
7. Asafdichting uit de pompbehuizing demonteren.
9.9
Spleetmaten controleren
De positie van het loopwiel is vastgelegd door de positie op de
as. De spleetmaten worden door de positie van de
pompbehuizing t.o.v. het loopwiel ingesteld.
Aanwijzing: De spleetmaten worden vermeld in de tabellen 6-8.
Voorwaarden
– Pompbehuizing is vast verbonden met de lantaarn.
– Pompdeksel is gedemonteerd.
– Loopwiel is aangebracht en de loopwielmoer is vast
aangehaald.
9.9.1
Spleetmaat loopwiel-pompdeksel meten
1. Hoogte H van het pompdeksel (44) meten met voelermaat.
H
Fig. 28
Hoogte
2. Afstand A van pompbehuizing (45) tot loopwiel (46) meten
met voelermaat.
A
Fig. 29
Afstand
44
45
46
3. Spleetmaat berekenen (spleetmaat = A – H).
4. Spleetmaat vergelijken met Tabel 6 "Standaard
spleetmaten", pagina 20, Tabel 7 "Spleetmaat bouwvorm S",
pagina 20 of Tabel 8 "Spleetmaat bouwvorm R", pagina 20.
9.9.2
Spleetmaat loopwiel-behuizing meten /
bouwgrootte 711/712 - 1231/1232
1. Spleetmaat loopwiel/behuizing met voelermaat meten
(Fig. 30 "Spleetmaat loopwiel-behuizing", pagina 19).
2. Spleetmaat vergelijken met Tabel 6 "Standaard
spleetmaten", pagina 20, Tabel 7 "Spleetmaat bouwvorm S",
pagina 20 of Tabel 8 "Spleetmaat bouwvorm R", pagina 20.
Fig. 30
Spleetmaat loopwiel-behuizing
9.9.3
Spleetmaat loopwiel-behuizing meten /
bouwgrootte 1241/1242 of 1251/1252
1. Afstand B van de asschouder tot de pompbehuizing (47)
met diepteschuifmaat meten.
Fig. 31
Meting spleetmaat asschouder/pompbehuizing
2. Hoogte F van de vaste bus (48) met diepteschuifmaat
meten.
3. Spleetmaat berekenen (spleetmaat = F - B).
47
B
19