Roterende delen
Kneuzingen en zware letsels
►
Motor uitschakelen en tegen herinschakeling beveiligen.
1. Pasveer uit de motorastap verwijderen.
2. Bij elektromotoren met een vermogen boven 30 kW: de
meegeleverde halve pasveer aanbrengen.
3. Motorastappen en boring van de pompas ontvetten met
reinigingsmiddelen, bijv. "OKS 2610 Universalreiniger".
4. Motorastappen en randen van de pasveergroef met
schuurpapier behandelen en oneffenheden en bramen
verwijderen.
5. Motorastappen aan de asschouder instrijken met
dichtingsgel, bijv. "Stucarit 309".
6. Pompas met de krimpschuif tot aan de asschouder op de
motorastap schuiven.
7. Schroeven van de krimpschuif kruiselings aanhalen:
Schroefdraad
Aanhaalmoment
M5
6 Nm
M6
12 Nm
M8
30 Nm
8. Meetklok op de pompas zetten om de rondlooptolerantie
t.o.v. de motorflens te controleren.
9. Afhankelijk van het motorvermogen de rondloop van de
pompas controleren.
– Motor < 30 kW: max. rondlooptolerantie = 0,06 mm
– Motor > 30 kW: max. rondlooptolerantie = 0,08 mm
10. Indien nodig de rondloop van de pompas uitlijnen.
9.12 Bouwvorm L: koppeling vervangen
Alleen koppelingen gebruiken die afgestemd zijn met Fristam.
De koppeling moet overeenstemmen met de karakteristiek van
de pomp. Met vragen wendt u zich tot Fristam.
Procedure
1. Motor uitschakelen en tegen herinschakeling beveiligen.
2. Koppelingsbeveiliging demonteren.
3. Koppelingsbanden demonteren.
4. Motor losmaken van basisframe of fundament en
verwijderen.
5. Oude koppelingsdelen op een milieuvriendelijke manier
verwijderen.
6. Nieuwe koppelingsdelen (banden, flenzen, eventueel
klemringen) op de aandrijfas en de transmissie-as plaatsen.
7. Motor op basisframe of fundament plaatsen en
bevestigingsschroeven lichtjes aanhalen.
8. Middenverplaatsing en hoekverplaatsing van de assen
controleren.
Fig. 52
Middenverplaatsing
Fig. 53
Hoekverplaatsing
9. Afwijkingen van hoek- en middenverplaatsing zo klein
mogelijk houden. Indien nodig assen opnieuw uitrichten.
10. Motor op basisframe of fundament schroeven.
11. De maataanduiding voor de afstand van beide
koppelingsflenzen vindt u in de montagehandleiding van de
koppeling. Zie "Documentatie van toeleveranciers" bij de
bijgevoegde documenten.
12. Koppelingsflenzen op de aangegeven afstand op de as
bevestigen.
13. Koppelingsbanden bevestigen. Schroeven hierbij
regelmatig en kruiselings aanhalen. Vermelde
aanhaalmomenten in de montagehandleiding van de
koppeling in acht nemen.
14. Koppelingsbeveiliging monteren.
27