ANTENNEVERBINDING
Voordat u het apparaat bedient moet u eerst een effi ciënte, goed afgestelde antenne
installeren. Het succes van uw installatie hangt veelal af van het soort antenne dat
u gebruikt en de juiste installatie ervan. De zendontvanger werkt uitstekend als het
antennesysteem en de installatie ervan zorgvuldig worden uitgevoerd.
Gebruik een isolerende coaxvoedingskabel met een typische impedantie van 50 Ω die
overeenkomt met de invoerimpedantie van de zendontvanger. Als u de antenne aansluit
op de zendontvanger met voedingskabels die een andere impedantie hebben dan 50 Ω,
vermindert dit de effi ciëntie van het antennesysteem en kan interferentie veroorzaken voor
uitzendingen van zich in de buurt bevindende televisie-ontvangers, radio-ontvangers en
andere elektronische apparatuur.
LET OP
Verzenden zonder eerste een antenne aan te sluiten of een andere overeenkomstige lading kan de
zendontvanger beschadigen. Sluit de antenne eerst altijd aan op de zendontvangers alvorens te zenden.
Alle permanente stations dienen te zijn uitgerust met een bliksemafl eider ter vermindering van brandgevaar,
elektrische schokgevaar en/of schade aan de zendontvanger.
Aansluiting
antenna
Aansluiting
voedingskabel
Naar de antenne
N-5