Motor-Membraandoseerpompen MEMDOS LA
2 Veiligheid
2.1 Algemene waarschuwingen
De volgende waarschuwingen moeten behulpzaam zijn risico's uit te slui-
ten welke tijdens de omgang met het apparaat kunnen ontstaan. De ac-
ties voor afwending van het gevaar gelden altijd, onafhankelijk van con-
crete maatregelen.
Veiligheidsaanwijzingen die voor gevaar waarschuwen en bij specifieke
activiteiten of situaties gelden, worden weergegeven in de betreffende
hoofdstukken hierna.
Levensgevaar door stroomschokken!
Fout aangesloten, slecht aangelegde evenals beschadigde kabels kun-
nen verwondingen geven.
ð
Sluit het apparaat uitsluitend aan met een randaardestekker
welke met een stroomonderbreker en aardlekschakelaar beveiligd
is.
ð
Vervang de beschadigde kabel onmiddellijk.
ð
Gebruik geen verlengkabel.
ð
Graaf de kabel niet in.
ð
Bevestig de kabel om beschadiging van andere apparaten te
voorkomen.
Levensgevaar door explosie!
Bij toepassing van de doseerpompen zonder ATEX-certificering in ex-
plosie-gevaarlijke omgeving kunnen explosies ontstaan welke dodelij-
ke verwondingen tot gevolg hebben.
ð
Gebruik de doseerpomp nooit in een explosie-gevaarlijke
omgeving.
WAARSCHUWING
Gevaar door ongeschikte materialen!
De materialen van de doseerpomp en het vloeistofzijdige deel van de
installatie moeten bestendig zijn tegen het te verpompen doseermedi-
um. Als dit niet het geval is, kan het tot uittreden van de te doseren
vloeistof leiden.
ð
Stel met zekerheid vast dat de toegepaste materialen tegen het
doseermedium bestendig zijn.
ð
Controleer heel goed of de ingezette smeermiddelen, lijm,
afdichtingsmaterialen enz tegen het doseermedium bestendig
zijn.
© Lutz-Jesco GmbH 2021
Technische wijzigingen voorbehouden.
211119
GEVAAR
GEVAAR
BA-10412-05-V06
WAARSCHUWING
Gevaar van automatisch inschakelen!
Na het aanbrengen van de voedingsspanning kunnen de in de doseer-
kop achtergebleven resten van de vloeistof eruit spuiten.
ð
Sluit voor het aansluiten op de voedingsspanning eerst de
doseerleidingen aan.
ð
Controleer alle schroefverbindingen op correcte aansluitingen,
vastheid en afdichting.
WAARSCHUWING
Corrosie of verbranding door doseermedium!
Bij arbeid aan de doseerkop, ventielen en aansluitingen, kan er vloei-
stofcontact zijn.
ð
Draag afdoende persoonlijke beschermende uitrusting.
ð
Spoel de doseerpomp met een ongevaarlijke vloeistof (bijv. water).
Stel vast dat de vloeistof zich met het doseermedium verdraagt.
ð
Maak de vloeistofzijdige delen drukloos.
ð
Kijk nooit in een open einde van verstopte leidingen en ventielen.
VOORZICHTIG
Gevaar bij wisseling van de doseervloeistof!
Wisseling van doseervloeistoffen kan onverwachtse reacties veroorza-
ken en persoonlijke of materiële schade tot gevolg hebben.
ð
Reinig de doseerpomp en toebehoren, welke met vloeistof in
aanraking zijn geweest, grondig alvorens te wisselen van
doseervloeistof.
VOORZICHTIG
Verhoogd gevaar op ongevallen door onvoldoende
personele kwalificatie!
Doseerpompen en toebehoren mogen alleen door voldoende gekwali-
ficeerd personeel geïnstalleerd, bedient en onderhouden worden. Niet
voldoende scholing verhoogd het gevaar op ongevallen.
ð
Stel vast dat alle activiteiten alleen door overeenkomstig
gekwalificeerd personeel uitgevoerd mogen worden.
ð
Voorkom dat onbevoegde personen toegang tot de installatie
hebben.
Bedieningsvoorschrift
Veiligheid
5
Algemene waarschuwingen