Motor-Membraandoseerpompen MEMDOS LA
7 Doseerpomp monteren
Levensgevaar door stroomschokken!
Elektrisch geleidende vloeistoffen kunnen in ontoereikend gezekerde
pompbehuizing, kabelaansluitingen en netstekker binnendringen.
ð
Stel vast dat alle beschermings-maatregelen minstens overeen-
komen met de eisen van de IP55 beschermingsklasse.
ð
Plaats de doseerpomp zo dat water niet in de behuizing kan
binnendringen.
Gevaar voor persoonlijke- en materiële schade!
Met een moeilijk bereikbare doseerpomp kan gevaar ontstaan vanwe-
ge niet correcte bediening en slecht onderhoud.
ð
Installeer de doseerpomp zodanig dat deze altijd toegankelijk is. In
het bijzonder het oliekijkglas, de olie-inlaat en de olie-uitlaat.
7.1 Opstellingsaanwijzing
Let bij montage op de volgende basisprincipes:
De ventielen moeten loodrecht staan: Persventiel boven, zuigventiel
n
onder. Let hierbij op de pijlen welke op de ventielen zijn aangebracht.
De doseerkop en de ventielen moeten zo opgesteld worden dat de pij-
len loodrecht naar boven wijzen.
De doseerpomp moet op een juiste bediening-hoogte gemonteerd
n
worden.
De pomp mag niet zonder wandconsole aan een wand gemonteerd
n
worden.
Deze mag niet aan de onderzijde van een plafond of bovendeksel ge-
n
monteerd worden.
Op de ondergrond resp. fundament voor bevestiging van de doseer-
n
pomp mogen geen schokken optreden. Trillingvrije en stabiele monta-
ge moet gegarandeerd zijn.
In de directe ruimte van de doseerkop en zuig- en persventielen zal
n
voldoende vrije ruimte aanwezig dienen te zijn om daardoor deze de-
len naar behoefte gemakkelijk te kunnen demonteren. De gezamenlij-
ke benodigde oppervlakte voor installatie en onderhoud bedraagt
ca. 1 m².
De afstand vanaf de zijkant van de doseerpomp tot de wand resp. tot
n
andere pompen of apparaten moet minstens 3 cm bedragen. Zorg
met zekerheid voor een voldoende luchtstroming voor de koeling.
De maximale omgevingstemperatuur moet aangehouden worden, zie
n
5.2 „Bedrijfsvoorwaarden en grenzen" op pagina 13. Stralings-
warmte van omringende apparaten dient te worden afgeschermd.
Vermijd directe zonnestraling.
n
De doseerpomp is niet geschikt voor buitenopstelling zolang er geen
n
geschikte maatregelen voor bescherming zijn genomen, om binnen-
dringen van stof en water in de behuizing te verhinderen.
Bekijk de afmetingen van de boringen voor de bevestigingsbouten bij
n
6 „Afmetingen" op pagina 15.
© Lutz-Jesco GmbH 2021
Technische wijzigingen voorbehouden.
211119
GEVAAR
VOORZICHTIG
Monteer de doseerpomp met de voeten op een ondergrond die water-
n
pas staat.
Het draaimoment voor het aantrekken van de bevestigings-bouten
n
voor bevestiging bedraagt 15 Nm.
7.2 Montage op wandconsole
Afb. 6: Montage op wandconsole
BA-10412-05-V06
Bedieningsvoorschrift
Doseerpomp monteren
17
Opstellingsaanwijzing