Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Lutz-Jesco MEMDOS SMART LB Bedieningsvoorschrift pagina 22

Stappenmotor-membraandoseerpomp
Inhoudsopgave

Advertenties

Stappenmotor-membraandoseerpomp MEMDOS SMART LB / LD
8.7.2 Contact-watermeter
De contactwatermeter meet de doorstroming in een leiding en zendt een
impuls naar de doseerpomp die daarop begint te doseren. Ook bij grote
schommelingen in de doorstroming is zo een ideale proportionele
doseren mogelijk.
De contactwatermeter wordt op aansluitbus 2 aangesloten (zie hoofdstuk
9.2.2 „Aansluitbus 2" op pagina 25).
8.7.3 Overstortventiel
Overstortventielen vervullen een belangrijke veiligheidsfunctie voor
bescherming van de doseerpomp en de bijbehorende leidingen en
armaturen. De doseerpomp kan een veelvoud van de normaaldruk
opleveren. Door een geblokkeerde persleiding kan het tot uittreding van
te doseren vloeistof leiden.
Ontoelaatbare hoge druk kan ontstaan wanneer:
Afsluiters ondanks lopende doseerpomp gesloten worden,
n
Leidingen verstoppen.
n
Een overstortventiel opent een by-pass-leiding bij overeenkomstige druk
en beschermt de installatie zo voor schade door te hoge druk.
Aanwijzing voor montage:
De retourleiding van de te doseren vloeistof moet terug naar de
n
doseertank resp. naar een opvangbak gevoerd worden.
De druk in de doseertank mag niet te groot zijn waardoor de
n
teruggevoerde vloeistof daarin kan komen.
Alternatief kan de vloeistof terug geleid worden in de zuigleiding voor
n
de doseerpomp. In dit geval mag er in de zuigleiding geen terugslag-
ventiel resp. voetventiel aanwezig zijn.
Het overstortventiel moet zo dicht mogelijk bij de doseerkop
n
geïnstalleerd worden.
8.7.4 Drukhoudventiel
Drukhoudventielen zijn nodig wanneer:
Sterk schommelende systeemdruk heerst,
n
De druk aan de zuigzijde hoger is dan de perszijde, resp. wanneer in
n
drukloze leidingen gedoseerd moet worden.
In zulke gevallen geeft dit zonder drukhoudventiel onnauwkeurige
doseerresultaten resp. overdosering. Het drukhoudventiel lost de
problemen op door dat er een gedefinieerde constante tegendruk is.
Een drukhoudventiel is niet altijd nodig wanneer een slang-injectiestuk
gebruikt wordt en de daardoor ontstane tegendruk voldoende is.
8.7.5 Pulsatiedemper
Pulsatiedempers vervullen de volgende functie:
Demping van pulserende vloeistofstromen voor processen die een
n
pulsarme dosering nodig hebben.
Vermindering van de weerstand van de doorstroming bij lange
n
leidingen.
Bij installatie aan de zuigzijde:
Demping van versnellings-massakrachten en reductie van slijtage
n
aan de doseerpomp.
Vloeistofzijdig installeren
22
Vloeistofzijdige toebehoren
Verhindering van cavitatie (afbreken van de vloeistofstroom) door te
n
hoge snelheden.
Pulsatiedempers vervullen ook belangrijke veiligheidsfuncties welke
voorkomen dat drukstoten ontstaan die leidingen in trilling brengen en tot
afscheuren kunnen leiden.
Dit probleem kan optreden bij:
Grote ampiltudes van de schommelingen,
n
Grote lengtes van de leidingen (heftigheid van de pulsatie stijgt met de
n
lengte van de leiding),
Toepassing van star leidingwerk in plaats van flexibele slangen.
n
Aanwijzing voor montage:
De montage moet in de onmiddelijke nabijheid zijn van de plaats waar
n
drukpieken gedempt moeten worden (direct voor het zuigventiel resp.
direct achter het persventiel).
Pulsatiedempers moeten met daarachter geïnstalleerde sperafsluiters
n
resp. drukhoudventielen ingebouwd worden. Door juiste instelling van
de ventielen en afsluiters kan de demping van de pulsatie nog meer
geoptimaliseerd worden.
Om onnodige verliezen door leidingweerstand te voorkomen zal de
n
verbindingsleiding dezelfde nominale doorlaat als die van de
pulsatiedemper hebben.
Grotere pulsatiedempers en deze met slangaansluitingen moeten
n
separaat bevestigd worden.
Leidingwerk mag geen mechanische spanningen op de pulsatiedem-
n
pers overdragen.
8.7.6 Aanzuighulp
Aanzuighulpen worden in het bijzonder aanbevolen bij:
Doseerpompen met geringe doorstroming per slag resp. geringe
n
slaglengte instellingen,
Grote zuighoogte,
n
Hoge dichtheid (soortelijk gewicht) van de te doseren vloeistof,
n
Eerste aanzuiging op basis van droge ventielen en lucht in de
n
zuigleiding en doseerkop,
Doseerinstallaties met veelvuldige stilstand.
n
Overige voordelen die aanzuighulpen bieden:
Verhindering van cavitatie in de zuigleiding,
n
Gasafscheiding,
n
Optische doseercontrole bij kleine hoeveelheden,
n
Vereffenen van de zuigstroom.
n
8.7.7 Niveaubewaking
Alleen voor LD: Niveaubewaking van de zuigzijdige toevoer van het
doseermiddel om te verhinderen dat de doseertank leeggezogen wordt
en op tijd nagevuld kan worden.
BA-10110-05-V03
Bedieningsvoorschrift
© Lutz-Jesco GmbH 2020

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Memdos smart ld

Inhoudsopgave