Stappenmotor-membraandoseerpomp MEMDOS SMART LB / LD
8.4.1.2 Grootte 6/12
a
b
c
d
Afb. 14: Slangklemaansluiting 6/12 (binnen- en buitendiameter)
Slangklemaansluitingen van de grootte 6/12 worden met een wartelmoer
bevestigd. De wartelmoer klemt de slang op de slangtule van het
aansluitdeel en zorgt gelijktijdig voor de bevestiging op het ventiel van de
doseerpomp.
Voer de volgende stappen uit:
1. Snij de slang (1) netjes en exact haaks af.
2. Plaats een voor de te doseren vloeistof geschikte afdichting tussen
aansluiting (4) en ventiel.
3. Schuif de wartelmoer (2) en de snijring (3) over de slang.
4. Druk het einde van de slang op de slangtule van het aansluitdeel. Dit
kan gemakkelijker gemaakt worden wanneer het slangeinde aan de
binnenkant bevochtigd wordt of de slangtule ter hoogte van het
conische deel van een neutraal smeermiddel voorzien wordt. De
slang zal tot minstens twee derde op de slangtule geschoven moeten
worden.
5. Schuif de snijring over de slang tot in het bereik van het conische
deel van de aansluiting.
6. Schroef nu de wartelmoer vast op het ventiel van de doseerpomp.
ü
Slangklemaansluiting vastgezet.
Vloeistofzijdig installeren
20
Vloeistofzijdige aansluiting
8.4.2 Lijmverbinding vastzetten
Afb. 15: Lijmaansluiting
Voer de volgende stappen uit:
1. Zaag de PVC-buis op lengte af.
2. Schuif de wartelmoer (1) over de buis.
3. Verlijm de lijmsok (2) met de buis (let op de fabrikant gegevens van
de lijm).
4. Schroef nu de wartelmoer vast op het ventiel van de doseerpomp.
Gebruik een voor de te doseren vloeistof geschikte afdichting.
ü
Lijmverbinding aangesloten.
8.4.3 Draadaansluiting bevestigen
Afb. 16: Draadaansluiting
Voer de volgende stappen uit:
1. Zaag de buis op lengte af.
2. Snij het draad (2) op het buiseinde.
3. Schuif de wartelmoer (1) over de buis.
4. Dicht de draad af. Let op de bestendigheid bij de keuze van de
afdichting (materiaal, temperatuur, druk).
5. Schroef nu de wartelmoer vast op het ventiel van de doseerpomp.
Gebruik een voor de te doseren vloeistof geschikte afdichting.
ü
Draadaansluiting aangesloten.
i
Onder normale omstandigheden is het toereikend om de
vloeistofzijdige aansluitingen handvast aan te draaien. Door
het zetten van het materiaal kan de voorspanning van de
schroefverbinding toch nog veranderen. Hierom zal de
aansluiting voor ingebruikname nogmaals aangedraaid
moeten worden.
BA-10110-05-V03
Bedieningsvoorschrift
a
b
a
b
© Lutz-Jesco GmbH 2020