Het is ook mogelijk de instelling in het hulpprogramma zo te wijzigen
dat de Sync-stand tegelijkertijd wordt ingesteld wanneer het afspelen
wordt gestart met de kanaalfader startfunctie.
Wanneer je de kanaalfader terugbrengt naar de positie het dichtst bij
je, terwijl je de de [SHIFT]-toets ingedrukt houdt in stand-by bij een
cue, start het afspelen van het muziekstuk vanaf de ingestelde cue.
De startfunctie van de crossfader-
regelaar gebruiken
1 Stel een cue-punt in.
Pauzeer op de positie waar je het afspelen wilt starten en druk vervol-
gens op de [CUE]-toets voor het bijbehorende deck.
! Cues kunnen ook worden ingesteld door de crossfader naar de lin-
ker- of rechterrand te schuiven terwijl je de [SHIFT]-toets ingedrukt
houdt in de pauzestand.
2 Verschuif de crossfader-regelaar naar de positie bij de
linker- of de rechterrand.
Schuif de regelaar naar de tegenovergestelde rand van het kanaal waar-
voor u de fader-startfunctie wilt gebruiken.
3 Terwijl u de [SHIFT] toets ingedrukt houdt, verplaatst
u de crossfader-regelaar in tegengestelde richting vanaf
de linker- of de rechterrand.
Het afspelen van het muziekstuk begint vanaf het ingestelde cue-punt.
! Wanneer u tijdens het afspelen de crossfader-regelaar naar de
oorspronkelijke positie terugzet terwijl u de [SHIFT] toets ingedrukt
houdt, keert het muziekstuk ogenblikkelijk terug naar het ingestelde
cue-punt en wordt de pauzestand geactiveerd (back-cue).
! Als je geen cue hebt ingesteld, start het afspelen vanaf het begin van
het muziekstuk.
! Wanneer de crossfader-regelaar in de stand-bystand van de linker-
naar de rechterkant (of van de rechter- naar de linkerkant) wordt
verplaatst terwijl u de [SHIFT] toets ingedrukt houdt, start het afspe-
len van het muziekstuk vanaf het ingestelde cue-punt.
Analyseren van muziekstukken
Wanneer je tracks op het deck laadt, worden de tracks geanalyseerd,
maar het kan even duren om de BPM en de golfvorm weer te geven tot
de analyse is voltooid.
Wanneer de Serato DJ-software wordt gebruikt als offline-speler, kunnen
muziekstukken van tevoren worden geanalyseerd. Voor muziekstukken
waarvoor de analyse al gedaan is worden de BPM en de golfvorm onmid-
dellijk getoond zodra deze in de decks worden geladen.
Voor details omtrent het gebruiken van de Serato DJ-software als offli-
ne-speler en instructies voor het analyseren van muziekstukken verwij-
zen we u naar de softwarehandleiding van Serato DJ.
! Afhankelijk van het aantal muziekbestanden kan het analyseren even
duren.
Gebruiken van effecten
Serato DJ is uitgerust met twee effectgeneratoren: FX1 en FX2. De effec-
ten hiervan kunnen worden toegepast op het master-uitgangssignaal of
op het geselecteerde deck. Hieronder wordt beschreven hoe u dit toestel
moet bedienen om effectgenerator 1 toe te wijzen (FX1).
Serato DJ-effectgeneratorscherm
Multi FX-stand: Er kunnen maximaal drie effecten per effectgenerator
worden geselecteerd en elk effect heeft één instelbare parameter.
6
1
5
4
5
22
Nl
1
1
2
4
5
4
Single FX-stand: Er kan één effect worden geselecteerd per effectgenera-
tor en er zijn meerdere instelbare parameters.
6
1
5
1 Dit geeft het effecttype aan.
2 Dit geeft de effecttijd aan.
3 Dit geeft het nummer aan van het deck waaraan de effectgenerator
is toegewezen.
4 Dit geeft de effectparameterstatus aan.
5 Dit geeft aan of het effect aan of uit is.
6 Dit geeft de stand Multi FX of Single FX aan.
Bediening in de multi FX-stand
1 Stel de DJ-FX-stand in op de Multi FX-stand in het
venster van de Serato DJ-software.
Geef het [FX]-paneel weer en klik op de Multi FX-stand.
2 Druk op de [FX ASSIGN]-toets aan de linkerkant om
het deck te selecteren waaraan het effect toegewezen
moet worden.
Druk op [FX ASSIGN] 1 om het effect toe te wijzen aan deck 1, of op
[FX ASSIGN] 2 om het effect toe te wijzen aan deck 2.
Het nummer van het deck waaraan het effect is toegewezen, wordt
gemarkeerd op het Serato DJ-scherm.
! Druk op [FX ASSIGN] 1 terwijl u de [SHIFT]-toets ingedrukt houdt
om het effect toe te wijzen aan deck 3, of op [FX ASSIGN] 2 terwijl
u de [SHIFT]-toets ingedrukt houdt om het effect toe te wijzen aan
deck 4.
! Om het effect toe te passen op het master-uitgangssignaal, moet
u op de computer op [M] klikken.
3 Druk op effectparameter 1-toets terwijl u de [SHIFT]-
toets ingedrukt houdt om het eerste effecttype te
selecteren.
Om het tweede effecttype te selecteren, moet u op effectparameter
2-toets drukken terwijl u de [SHIFT]-toets ingedrukt houdt.
Om het derde effecttype te selecteren, moet u op effectparameter 3-toets
drukken terwijl u de [SHIFT]-toets ingedrukt houdt.
3
Het op dit moment geselecteerde effecttype wordt getoond op het Serato
DJ-scherm.
4
4
4
4
4
2
3