Inhoudsopgave
Advertenties
Schakelaar met standen voor Vooruit, Vrij en Achteruit
De motor start alleen wanneer de vooruit/achteruit-schakelaar in de neutrale stand staat.
U kiest een rijrichting door de schakelaar in de gewenste stand, vooruit of achteruit, te zetten.
A Vooruit/achteruit-schakelaar
N Vrijstand
Kruippedaal
Wanneer het pedaal enigszins wordt ingetrapt wordt de kruipfunctie gebruikt om de machine af te remmen of
stop te zetten. Wanneer het pedaal flink wordt ingetrapt flink, wordt de remfunctie gebruikt en een rem op de
vooras ingeschakeld.
Gebruik het kruippedaal om bij bergafwaarts een te hoge snelheid te vermijden.
componenten (Pagina 17).
Parkeerrem
U moet de parkeerrem inschakelen alvorens de cabine te verlaten. Wanneer de parkeerrem wordt
ingeschakeld, dan wordt de transmissieaandrijving automatisch ontkoppeld.
1. Trek, om de parkeerrem in te schakelen, de hendel zo ver mogelijk omhoog.
1.1. Kijk of de waarschuwingslampje van de parkeerrem op de voorste console gaat branden.
Zie: Instrumentenpaneel (Pagina 56).
2. U zet de parkeerrem vrij door in de ontgrendelingshendel te knijpen en de hendel helemaal omlaag te
zetten.
2.1. Kijk of het waarschuwingslampje van de parkeerrem uitgaat.
55
Figuur 36.
A
F
N
R
F Vooruitaandrijving
R Achteruitrijden
9831/9256-3
Bediening
Rijbedieningsorganen
Zie: Plaats van de
55
Advertenties
Inhoudsopgave
