Algemeen
De geïnstalleerde schakelaars en de standen ervan kunnen verschillen, naargelang de specificatie van de
machine.
Elke schakelaar is van een grafisch symbool voorzien dat de functie van de schakelaar weergeeft. Zorg dat u,
voordat u een schakelaar bedient, de functie ervan begrijpt.
De tuimelschakelaars hebben twee of drie standen (zie afbeelding).
Als de schakelaar achtergrondverlichting heeft, dan licht het grafisch symbool op wanneer de
contactschakelaar of stadslichten in de aan-stand staan.
De lichtbalk gaat branden ten teken dat de schakelaarfunctie werkzaam is.
A Grafisch symbool
Waarschuwingsknipperlichten
Tuimelschakelaar met twee standen. De schakelaarfuncties werken wanneer de
contactschakelaar in de aan- en uit-stand staat.
Positie : 1 = Uit
Positie : 2 = Aan. Er knippert een lampje op het instrumentenpaneel tegelijk met de
buitenlichten.
Werklampen vóór
Tuimelschakelaar met twee standen. De schakelaarfuncties werken wanneer de
contactschakelaar in de aan- en uit-stand staat.
Positie : 1 = Uit
Positie : 2= Werklampen op voorzijde (standaard en LED optie).
Werklampen achter
Tuimelschakelaar met twee standen. De schakelaarfuncties werken wanneer de
contactschakelaar in de aan-stand staat.
Positie : 1 = Uit
Positie : 2= Werklampen achter AAN (standaard en LED optie).
21
Consoleschakelaars
Figuur 16.
A
3
B
B Lichtbalk
9831/9256-3
1
2
Over het product
Consoleschakelaars
21