Stuur
Draai het stuur in de richting waarin u wilt gaan.
Op het stuur zit een vrij draaiende knop voor sturen met één hand.
Stuurkolom
VOORZICHTIG Controleer of de stuurkolom goed vergrendeld is. Verstel de stuurkolom niet tijdens het
rijden.
De stuurkolomhoek kan worden afgesteld op de wensen van de bestuurder en worden versteld voor een
gemakkelijkere toegang bij het in- en uitstappen.
Zo verstelt u de stuurkolom:
1. Houd het stuur vast en draai de hendel helemaal tegen de wijzers van de klok in om de stuurkolom te
ontgrendelen.
2. Stel de stuurkolom in de gewenste stand af.
3. U vergrendelt de stuurkolom door de hendel met de wijzers van de klok mee te draaien.
Zo stelt u de stand van de vergrendelingshendel af: wanneer ontgrendeld trekt u de hendel aximaal langs de
as om hem op een andere plaats te zetten voor de opbergpositie.
A Hendel
Gaspedaal
Trap dit pedaal in om het motortoerental op te voeren. Laat het pedaal opkomen om het motortoerental te
verlagen. Als u uw voet van het pedaal haalt, gaat de motor stationair lopen.
54
Rijbedieningsorganen
Zie: Plaats van de componenten (Pagina 17).
Figuur 35.
A
9831/9256-3
Bediening
Rijbedieningsorganen
54