Inhoudsopgave
Advertenties
3. B100 of de gemengde brandstof B5 worden gekocht bij betrouwebare fabrikanten of dealers (in de V.S.
erkend door BQ-9000). Omdat het ter plaatse mengen in ongelijkmatige mengsels kan resulteren, wordt
aanbevolen om B5 te kopen dat van te voren op de fabriek is gemengd.
4. Personen die Kubota emmisie-gecertificeerde motoren gebruiken zijn verantwoordelijk voor het verkrijgen
van de juiste regionale en nationale vrijstellingen die nodig zijn voor het gebruik van BDF.
Bij gebruik van biobrandstof (BDF) moet u genoeg aandacht schenken aan de opslag-, gebruiks-, en
onderhoudsmethoden van de motor beschreven in de volgende punten met een inzicht in de eigenschappen
van de biobrandstof.
1. Om ophoping van vocht in de brandstoftank te voorkomen moet u ervoor zorgen dat de brandstoftank zo
vol mogelijk blijft. Draai de vuldop van de brandstoftank aan om te voorkomen dat vocht binnendringt.
2. Controleer het motoroliepeil voordat u dagelijks de motor start. Ververs regelmatig en conform de
instructiese de motorolie. Als u hier te lang mee wacht kan dit tot schade aan de motor leiden.
3. Wees extra voorzichtig gedurende koude weersomstandigheden daar het verstoppen van de
brandstofleidingen problemen kan veroorzaken, waaronder startproblemen.
4. Let erop dat BDF de vermeningvuldiging van en contaminatie door micro-organismen kan verergeren.
Dit kan tot storingen leiden zoals corrosie van het brandstofsysteem of het voortijdig verstoppen van de
brandstoffilter.
5. Schenk zorgvuldig aandacht aan de volgende waarschuwen daar de brandstof (BDF) tijdens het bijtanken
en in de brandstoftank aangetast wordt door zuurstof, water, hitte en vreemde stoffen.
5.1. Sla de brandstof niet langer dan 3 maanden op in de brandstoftank of brandstofvaten.
5.2. In het geval van langdurig parkeren of opslag van het voertuig moet de motor gewassen worden door
de motor ten minste 30 minuten lang met minerale dieselolie stationair te laten draaien.
6. BDF is hygroscopisch en heeft daarom vaak een hoger vochtgehalte dan conventionele dieselbrandstof.
Dienovereenkomstig zijn de intervallen tussen het reinigen en vervangen van de brandstoffilter, inspecteren
en vervangen van de brandstofleidingen, inspecteren en vervangen van de verstuiver en de onderhoud van
het brandstofsysteem korter dan die voor conventionele minerale dieselbrandstof. Wij bevelen daarnaast
ten sterkste aan een agglomerator te gebruiken.
7. Wanneer biodieselbrandstof o peen geverfd oppervlak wordt gemorst moet de brandstof onmiddelijk
afgenomen worden daar dit de verf kan beschadigen.
8. Als biodieselbrandstof van een hogere concentratie dan B5 wordt gebruikt dan is mogelijk dat de uitvoer
en het brandstofverbruik benadeeld wordt. Biodieselbrandstof van een hogere concentratie dan B5 kan
bovendien de messing/zink onderdelen en rubberen/harsproducten van het brandstofsysteem aantasten
(roesten). Gebruik om deze reden nooit biodieselbrandstof van een hogere concentratie dan B5.
9. De afstelling van de tamperonderdelen (brandstofinperking) van de motor onder het gebruik van
biodieselbrandstof wordt als onwettige activiteit van de emissiervoorschriften beschouwd en wordt bestraft.
Maak nooit dergelijke aanpassingen.
10. De BDF van een palmoliebasdis heeft een lagere lage-temperatuurvloeibaarheid dan de BDV van
sojaboon/raapzaadolie. Schenk dus in het bijzonder aandacht aan het feit dat de brandstoffilter hierdoor
tijdens het koude seizoen verstopt kan raken.
Koelvloeistof
VOORZICHTIG Antivries kan schadelijk zijn. Houd u aan de fabrieksvoorschriften bij het hanteren van
onverdunde of verdunde antivriesmiddel.
Controleer de sterkte van het koelvloeistofmengsel ten minste eenmaal per jaar, bij voorkeur aan het begin
van het koude jaargetijde.
Ververs het koelvloeistofmengsel volgens de in het serviceschema van de machine aangegeven tussenpozen.
178
Vloeistoffen, smeermiddelen en hoeveelheden
9831/9256-3
Technische gegevens
178
Advertenties
Inhoudsopgave
