18 Installatie van de leidingen
In dit hoofdstuk
18.1 De koelmiddelleidingen voorbereiden
18.1.1 Vereisten voor de koelmiddelleidingen
18.1.2 Materiaal koelmiddelleidingen
RXYSA4~6A7V/Y1B
VRV 5-S-systeemairconditioner
4P600330-1C – 2021.02
18.1
De koelmiddelleidingen voorbereiden...................................................................................................................................
18.1.1
Vereisten voor de koelmiddelleidingen.................................................................................................................
18.1.2
Materiaal koelmiddelleidingen ..............................................................................................................................
18.1.3
Leidingmaat selecteren..........................................................................................................................................
18.1.4
Koelmiddelaftaksets selecteren.............................................................................................................................
18.1.5
Lengte koelmiddelleiding en hoogteverschil.........................................................................................................
18.2
De koelmiddelleiding aansluiten ............................................................................................................................................
18.2.1
Over het aansluiten van de koelmiddelleidingen..................................................................................................
18.2.2
Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen.....................................................................
18.2.3
Richtlijnen voor het buigen van leidingen .............................................................................................................
18.2.4
Het uiteinde van een buis solderen .......................................................................................................................
18.2.5
Gebruik van de afsluiter en servicepoort ..............................................................................................................
18.2.6
Dichtgedraaide leidingen verwijderen...................................................................................................................
18.2.7
Koelmiddelleiding op buitenunit aansluiten..........................................................................................................
18.2.8
Koelmiddelaftakset aansluiten...............................................................................................................................
18.3
De koelmiddelleiding controleren..........................................................................................................................................
18.3.1
Over het controleren van de koelmiddelleidingen................................................................................................
18.3.2
Koelmiddelleiding controleren: Algemene richtlijnen ..........................................................................................
18.3.3
Koelmiddelleiding controleren: Opstelling ............................................................................................................
18.3.4
Lektest uitvoeren ...................................................................................................................................................
18.3.5
Vacuümdrogen .......................................................................................................................................................
INFORMATIE
Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken in de
"2 Algemene
veiligheidsmaatregelen" [
OPMERKING
De leidingen en andere drukvoerende delen moeten geschikt zijn voor koelmiddel.
Gebruik met fosforzuur gedeoxideerde, naadloze koperen leidingen voor koelmiddel.
▪
Vreemde stoffen in de leidingen, waaronder oliën die tijdens de fabricage
worden gebruikt, mogen niet meer dan 30 mg/10 m bedragen.
▪
Materiaal leidingen: Met fosforzuur gedeoxideerd naadloos koper.
▪
Flareverbindingen: Gebruik alleen gegloeide leidingen.
▪
Hardingsgraad en dikte leidingen:
Buitendiameter (Ø)
6,4 mm (1/4")
9,5 mm (3/8")
12,7 mm (1/2")
15,9 mm (5/8")
19,1 mm (3/4")
18
|
4
8].
Hardingsgraad
Gegloeid (O)
Gegloeid (O)
Halfhard (1/2H)
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
Installatie van de leidingen
(a)
Dikte (t)
≥0,80 mm
≥0,99 mm
≥0,80 mm
79
79
79
80
81
82
83
83
83
84
84
85
86
87
90
90
90
91
92
92
93
Ø
t
79